Waar vandaan: Juridisch advies > Ouders aansprakelijk voor hun minderjarige kinderen?

Ouders aansprakelijk voor hun minderjarige kinderen?

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Een minderjarig kind brengt schade toe aan een leeftijdsgenootje, een kind steelt een wagen en veroorzaakt een ongeval, een kind speelt met lucifers en veroorzaakt brand... Stuk voor stuk gaat het hier om situaties welke zich in de praktijk vaak voordoen en waarbij de ouders zich bewust zijn van hun aansprakelijkheid hiervoor. Alhoewel...

Artikel 1384, lid 2 van ons Burgerlijk Wetboek

Dit artikel stelt duidelijk dat vader en moeder aansprakelijk zijn voor de schade die hun minderjarig kind heeft veroorzaakt. Concreet houdt dit in dat indien een minderjarig kind door zijn fout schade toebrengt, dan eveneens vermoed wordt dat zijn ouders ook een fout hebben gemaakt die in oorzakelijk verband staat met de ontstane schade. Deze fout van de ouders bestaat erin dat zij in hun ouderlijke plichten tekortgeschoten zijn door op hun kind een onvoldoende toezicht uit te oefenen, of door het een onvoldoende opvoeding te hebben gegeven.

Het tegenbewijs van de ouders

Dit vermoeden van fout in hoofde van de ouders is echter weerlegbaar. Dit houdt in dat elke ouder zich van zijn aansprakelijkheid kan ontdoen indien hij bewijst dat hij toch voldoende toezicht heeft uitgeoefend teneinde het schadeverwekkende feit te voorkomen, en indien hij kan aantonen het kind een goede opvoeding te hebben gegeven.

Indien een ouder slechts het bewijs kan leveren van het feit dat hij zijn kind een goede opvoeding heeft gegeven, maar niet kan aantonen dat hij voldoende toezicht heeft uitgeoefend, dan blijft het vermoeden van aansprakelijk voor deze ouder bestaan. Zo ook indien slechts één van beide ouders kan bewijzen aan deze twee voorwaarden te hebben voldaan, dan blijft de andere toch nog aansprakelijk!

Hoe staat het in de praktijk?

Aansprakelijkheidsrecht is een zeer ingewikkelde en complexe materie. Bovendien vindt men in de wetgeving geen definitie terug van "goede opvoeding" of "toezicht uitoefenen". Het is dan in de praktijk aan de rechter om zich over dergelijke situaties uit te spreken. Hij zal moeten nagaan welke de precieze feiten en omstandigheden waren welke aan het schadegeval voorafgingen. Hij zal uiteindelijk op een soevereine manier uitspraak moeten.

Het is moeilijk om vooraf te voorspellen hoe zijn uitspraak zal luiden!

Enkele praktijkvoorbeelden

De rechter oordeelde dat de ouders geen fout maakten in het toezicht van hun tienjarig kind, indien dit kind alleen naar school fietst (zonder dus vergezeld te zijn door zijn ouders). Het ging hier om slechts een kort traject dat goed gekend is door het kind. Het kind begaat tijdens deze rit een verkeersovertreding, doch dit wijst volgens de rechter niet op een slechte opvoeding.

Op de speelplaats van de school steekt een kleuter een zuigrietje in het oog van een leeftijdsgenootje. De rechter stelt zijn ouders hiervoor aansprakelijk op grond van artikel 1384, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek. De rechter is van mening dat het gedrag van deze kleuter doet vermoeden dat het kind door zijn ouders onvoldoende gewezen werd op de gevaren die een dergelijke daad met zich kan meebrengen.

En wat met spijbelaars?

Ook hier moet nagegaan worden of er een fout te bespeuren is in het toezicht. Komt de leerling op school toe en loopt hij daarna weg, dan zal eerder een vermoeden van aansprakelijkheid in hoofde van de leraar ontstaan. Kwam de leerling niet op school aan, dan zal de aansprakelijkheid wellicht bij de ouders te zoeken zijn.

Zoals reeds werd aangehaald zal het uiteindelijk de rechter zijn die over de feiten zal moeten beslissen. Deze uitspraak is moeilijk te voorspellen.

Vrijdag 30 Mei 2008

 

 

rss