Caraïben > Dominicaanse republiek > Informatie
Voor velen is de Dominicaanse Republiek het mooiste stuk van de Caraïben : een prachtige en betoverende blauw-groene oceaan, fantastisch mooie witte zandstranden en een overvloed aan schaduwbrengende palmbomen. Indien u een paradijselijke en sportieve vakantie wil, dan moet u beslist de hieronder vermelde troeven van dit exotisch land leren kennen. Waar voor je geld ! De Dominicaanse Republiek beschikt over een uitgebreid aantal hotels en is de snelstgroeiende vakantiebestemming in de Caraïben. Elk jaar gaan er nieuwe verblijfsmogelijkheden open waardoor de prijzen op de hotelmarkt uiterst competitief en aantrekkelijk blijven. Er zijn hotels voor elk budget en elk type toerist : kleine herberg-hotels aan het strand, hotels voor windsurfers, hotels voor avonturiers, all-inclusive strandhotels en luxueuze hotel-paleizen. Het land beschikt over meer dan 45.000 hotelkamers.
En bovenal : lekker eten en drinken ! De Caraïbische keuken wordt gemengd met Europese invloeden en zorgen ervoor dat iedereen op culinair vlak aan zijn of haar trekken komt. Dit alles wordt natuurlijk nog appetijtelijker met een sausje van de alomtegenwoordige 'merengue-muziek', en de spreekwoordelijke vriendelijkheid van de bewoners. In de zomer vinden er verschillende festivals plaats zoals het 'Presidente Beer Latin Music Festival', of het 'Merengue Festival'. Geschiedenis
Het eiland werd in 1492 'La Espagnola' of ' Hispaniola ' genoemd. Vrij vlug na de bouw van het eerste fort begon het proces van de transculturalisatie dat zo typisch is voor de Dominicaanse samenleving, het product van gemengde oorsprong, een mengeling van Spaanse invloeden met Afrikaanse slavenkultuur en een beetje overgebleven inboorlingenbloed. Hispaniola was de eerste Europese kolonie in de nieuwe wereld, en de hoofdstad Santo Domingo staat bekend als de 'eerste stad in Amerika', vestiging van de eerste culturele en koloniale instellingen in de nieuwe wereld. De eerste forten, kerken, ziekenhuizen, monumenten en universiteit werden hier gebouwd. Tot het einde van de 16de eeuw was het eiland heel welvarend dank zij de rijkdom aan minerale grondstoffen en het systeem van de suikerrietplantages . Toen de goudmijnen uitgeput raakten, begon een emigratiegolf die het bevolkingsaantal van de kolonie ernstig naar omlaag haalde. Franse zeerovers maakten hiervan gebruik om het eiland in te palmen en er een smokkelaarsnest van te maken. Ze namen bezit van de Westelijke helft van Hispaniola en stichtten er de kolonie Saint-Domingue . Deze kolonie leefde vooral op de exploitatie van de Afrikaanse slaven in de plantages. In 1697 erkende Spanje met het Verdrag van Rijswijck de Franse bezetting van het westelijk gedeelte. In 1795 gaf Spanje zelfs het hele eiland aan Frankrijk, na de Haïtiaanse Revolutie. Toussaint Louveture viel de oostelijke kant van het eiland aan wat een reactie van de Fransen uitlokte. Ze bestuurden Santo Domingo gedurende zes jaar tot ze werden verslagen door een groep Dominicanen onder leiding van Juan Sanchez Ramirez. Hij slaagde erin om het oostelijke deel van het eiland opnieuw onder Spaanse heerschappij te brengen. In 1822 werd Santo Domingo opnieuw aangevallen door de Haïtianen en pas in 1844 slaagde Juan Pablo Duarte erin om de onafhankelijke staat van de Dominicaanse Republiek uit te roepen. Tussen 1861 en 1863 werd de Dominicaanse Republiek terug door Spanje geannexeerd, maar daarna werd opnieuw de onafhankelijkheid in ere hersteld. Tussen 1916 en 1924 werd het eiland bezet door troepen van de Verenigde Staten, hetgeen nog eens gebeurde in 1965 omdat de VS in de installatie van Juan Bosch als president van de Republiek een communistische coup zagen. Bosch had nochtans de eerste vrije democratische verkiezing na de dictatuur van Rafael L. Trujillo gewonnen.
Bron tekst: Arakea |