taaleigenheden Nederlands-Frans

Willekeurige Post
Feit is dat wij iets uit het hoofd leren, terwijl Franstaligen l’apprennent par coeur.

Hoe oud bent u? Nederlandstaligen zijn 25 jaar, Franstaligen ont 25 ans.

Franstaligen maken van oud brood pain perdu, maar Vlamingen spreken van gewonnen brood.

Wie een beetje in het ootje wordt genomen, gaat groen lachen. Franstaligen zien het anders: rire jaune

Een onervaren iemand is een groentje, voor de Franstaligen echter un bleu.

Een blauw oog daarentegen is un oeil au beurre noir!

Bij zoveel kleurnuances is het geen wonder dat Van Gogh erop uittrok met een schildersezel, terwijl Gaugain gebruik maakte van un chevalet de peintre.

Van dieren gesproken: er is iets merkwaardigs aan de hand met de kat. De kat, zij, le chat, hij. Avoir un chat dans la gorge is een kikker in de keel hebben.



Slapende honden wakker maken vertaal je als éveiller le chat qui dort.

De Nederlandstalige geeft de pijp aan Maarten. De Franstalige daarentegen donne sa langue au chat.

Wie graag een appeltje voor de dorst heeft, moet in Wallonië garder une poire pour la soif.

(Voor één keer mag je appels met peren vergelijken, maar niet met citroenen natuurlijk.)

In een restaurant krijg je wel eens een gepeperde rekening. Franstaligen vinden une note salée al erg genoeg.

Deel dit met vrienden

Reacties (0)

Voeg commentaar toe