Waar vandaan: Geld & Werk > Erfenisrecht > Uitgebreide versie

Erfenisrecht - uitgebreide versie

Hieronder leest u de uitgebreide versie van erven, erfenisrecht, kosten en dergelijke.

Bij een overlijden zonder testament of schenking bepaalt de wet wie de erfgenamen zijn. Hier leest u wat de wet precies inhoudt. Daarnaast vindt u uitgebreide toelichting over het opmaken van een testament.

Ook de kosten van een erfenis (= ‘de successierechten’) komen hier aan bod. Wil u eigenhandig een schatting maken van die successierechten, dan verwijzen we u naar het deel ‘bereken zelf’ van deze website.

I. Wie zijn volgens de wet onze erfgenamen?
De wet bepaalt voor elke situatie wie de erfgenamen zijn. U vindt alle situaties en hun wettelijke gevolgen hier beschreven.

II. Moet men een erfenis aanvaarden?
Een erfenis die louter bestaat uit schulden is geen geschenk. Wat zijn de mogelijkheden van de erfgenamen? U vindt hier toelichting over het verwerpen, het aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving, of het gewoon aanvaarden van een erfenis.

III. Hoeveel kost erven?
Een korte inleiding over de wettelijk vastgelegde belastingen en notariskosten van een erfenis, of de ‘successierechten’. Voor een berekening van deze successierechten verwijzen we naar ‘bereken zelf’ op deze website.

IV. Kunnen wij onze erfgenamen zelf kiezen? Testament
Wil u toch iets meer geven aan bepaalde ergenamen dan wettelijk is vastgesteld, dan dient u een testament op te maken.
U leest hier wie een testament kan maken en wanneer dit nuttig is. Verder alles over de bewaring van een testament en over de verschillende mogelijke vormen. Een voorbeeld geeft u een concrete voorstelling van wat een testament normaal inhoudt.

I. Wie zijn volgens de wet onze erfgenamen?

1. Algemene principes

Wanneer wij geen schenking of testament maken, wijst de wet onze erfgenamen aan.

De wetgever heeft een rangschikking opgesteld en de erfgenamen ingedeeld in vier orden volgens bloedverwantschap, te weten :

  1. alle afstammelingen van de erflater : kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, …
  2. als de overleden geen afstammelingen achterlaat : de ouderes van de erflater samen met zijn broer(s) en zuster(s) en/of hun afstammeling(en)
  3. als de overledene noch afstammelingen, noch broer(s), zuster(s) en/of hun afstammeling(en) nalaat : alle bloedverwanten in opgaande lijn : ouders grootouders, overgrootouders,…
  4. als de overledene geen erfgenamen van eerste, tweede of derde orde nalaat : ooms, tantes en hun nakomelingen (neven en nichten dus), grootooms, groottantes. Een hogere orde sluit een lagere steeds uit.

Binnen de orde bepaalt de graad of men al dan niet erft.
In rechte lijn zijn er zoveel graden als er generaties zijn tussen de personen.
Zo is er tussen ouders en hun kinderen één generatie. Zij staan dus tot elkaar in de eerste graad.

Tussen grootouders en kleinkinderen telt met twee generaties. Zij staan tot elkaar in de tweede graad.

In de zijlijn bepaalt men de graad via de gemeenschappelijke stamouders. Men tel de generaties vanaf de overledene tot de gemeenschappelijk stamouder in opgaande lijn. Vanaf deze stamouder daalt men vervolgens af tot aan de erfgenaam. Een zuster is bijvoorbeeld een bloedverwante in de tweede graad. Twee neven staan tot elkaar in de vierde graad. Er wordt dus geteld via ouders respectievelijk grootouders (gemeenschappelijke stam).

De voorrangsregels van orde en graad worden samen toegepast. Op deze voorrangsregels bestaan twee uitzonderingen : de plaatsvervulling en de kloving.

  • Plaatsvervulling doet zich voor wanneer een bloedverwant die zelf zou geërfd hebben reeds overleden is. Zijn plaats wordt ingenomen door zijn dichtste afstammelingen, die samen het deel krijgen dat normaal was toegekomen (aan de voor hem overleden erfgenaam dus). Zo zullen de kleinkinderen van de erflater (hun grootvader), de plaats innemen van hun vooroverleden vader.
  • Als een overledene geen echtgenoot of afstammelingen en geen broers en/of zusters en/of afstammelingen nalaat, is er sprake van kloving. In dit geval wordt de nalatenschap gesplitst in twee helften, waarvan de ene toekomt aan de bloedverwanten via vader (vaderlijke lijn) en de andere helft aan de bloedverwanten via moeder (moederlijke lijn). De voorrangsregels van orde en graad worden dan binnen elke lijn afzonderlijk toegepast.

Terug naar boven

2. Bijzonder statuut van de echtgenoot

De echtgenoot neemt een bijzonder plaats in.
Gehuwd zijn en wel of geen kinderen hebben, geeft een totaal verschillend beeld. Laten wij enkele herkenbare situaties overlopen.

  1. De overledene was gehuwd en had kinderen.

    De weduwe of weduwnaar krijgt het vruchtgebruik van de hele nalatenschap, de kinderen de blote eigendom.
    Alle kinderen, uit een vorig of uit het laatste huwelijk, buitenhuwelijkse en geadopteerde, zijn gelijkgesteld en hebben dezelfde rechten.

    Er is enkel nog een uitzondering voor een overspelig kind : dit heeft geen rechten op goederen of producten, maar wel op een deel van het geld.

    De kinderen krijgen ieder een gelijk deel. Als een kind vooroverleden is, erven zijn kinderen in zijn plaats. Zijn er geen kinderen, dan gaat zijn deel naar zijn broers en zusters.

  2. De overledene was gehuwd en had geen kinderen

    De weduwe of weduwnaar krijgt de hele gemeenschap in volle eigendom en het vruchtgeburik van de eigen goederen van de echtgeno(o)t(e). De blote eigendom van deze goederen gaat naar de (schoon)familie van de overledene in deze volgorde :

    1. de broers en zusters, met vader en/of moeder als zij nog leven;
    2. de vader én moeder als de overledene geen broers of zusters had;
    3. de vader of moeder als er geen broers en/of zusters zijn en één van de ouders al is overleden. Samen met die vader of moeder erven dan ook in volgorde: de grootouders, ooms en tantes, neven en nichten, grootooms en groottantes langs de kant van de overleden ouder;
    4. de ooms, tantes, neven en nichten, grootooms en groottantes.

     

    Zolang de weduwe of weduwnaar leeft, moet de famille haar of hem het gebruik en het genot van die eigen goederen laten.

    Een speciale bescherming is voorzien voor de gezinswoning met huisraad. De weduwe of weduwnaar zal deze woning steeds mogen betrekken en gebruiken, wie ook blote eigenaar is, kinderen, stiefkinderen, broers, zusters, neven en/of nichten.

    Als de overledene geen kinderen en ook geen verdere familieleden nalaat, erft de langstlevende echtgenoot de hele nalatenschap in volle eigendom.

    De echtgenoten kunnen elkaar meer geven dan het deel dat de wet voorziet. Zij moeten dan wel een schenking aan elkaar doen of een testament in elkaars voordeel opstellen.

    Zo kunnen ook de eigen goederen in volle eigendom worden vermaakt aan de weduwe of weduwnaar, in plaats van enkel het vruchtgebruik, zoals voorzien door de erfwet.

    Via een testament is het zelfs mogelijk een regeling te treffen voor het geval men samen overlijdt. Ook voor de langstlevende is het testament bijzonder geschikt. Daar men na een zekere tijd een meer nuchtere kijk heeft op zijn huwelijk, en de samenstelling van zijn gezin kent (aantal kinderen: zie verder), kan men pas dan weten welk deel van het vermogen mag worden vermaakt en kan men de samenstelling van het legaat in detail bepalen.

Terug naar boven

3. Ongehuwde of niet meer gehuwde erflater/erflaatster

  1. Met kinderen. Deze erven de hele nalatenschap.

  2. Zonder kinderen, maar wel met:

    • ouder(s) en broer(s) en/of zuster(s): vader en/of moeder krijgen ieder 1/4 in volle eigendom. De overige 3/4 of 2/4 gaan naar de broers en zusters;
    • ouders (geen broers en/of zusters in leven): vader en moeder krijgen alles;
    • broers en zusters en/of kinderen van vooroverleden broers en/of zusters: deze erven de hele nalatenschap;
    • andere familieleden in nuttige orde: deze erven de hele nalatenschap.

     

    Opgelet: wie met de overledene samenwoonde, echter zonder ermee getrouwd te zijn, is geen wettige erfgenaam.
    Wanneer er helemaal geen erfgenamen zijn, komt de nalatenschap toe aan de Staat.

Terug naar boven II.Moet men een erfenis aanvaarden ?

Niet noodzakelijk. De wet laat u de keuze tussen:

  • zuiver te aanvaarden;
  • te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving;
  • te verwerpen.

Meerderjarige en bekwame erfgenamen zullen in principe de nalatenschap aanvaarden.
Dit houdt in dat zij de erfenis ontvangen, maar ook instaan voor de betaling van alle schulden.
Overtreffen deze laatste het actief, dan zullen zij moeten bijleggen.

Wanneer vooraf niet geweten is of er nog schulden zijn, aanvaardt men best onder voorrecht van boedelbeschrijving.
Dit is een welbepaalde procedure, waarbij men nooit méér schulden zal moeten betalen dan het actief dat men erft.
In het slechtste geval zal men dus niets ontvangen, maar ook niets moeten opleggen.
Wanneer men weet dat er massa's schulden zijn, verwerpt men de nalatenschap best ineens.
"Aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving" en "verwerpen" gebeurt op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg waar de erflater zijn woonplaats had.

Terug naar boven

III. Hoeveel kost erven ?

De Belgische successiebelasting wordt berekend per erfdeel. De ontvanger berekent precies wat elke erfgenaam of legataris (d.i. wie iets krijgt krachtens testament) krijgt, en daarop wordt het tarief berekend, dat verhoogt naar gelang van het bedrag en naar gelang van de graad van verwantschap.

Sinds het Vlaams decreet van 20 december 1996, zijn de tarieven in ons land niet meer eenvormig. HetVlaams Parlement heeft ook nieuwe tarieven in het leven geroepen voor bepaalde verwantschapsbanden waarvoor voorheen geen verminderd tarief gold. Dit is het geval voor stiefkinderen en voor samenlevenden. Daar deze wijziging niet samen te vatten is in een notedop, verwijzen wij graag naar de nieuwe brochure die handelt over succesierechten.

IV. Kunnen wij onze erfgenamen zelf kiezen? Testament

  1. Inleiding

    Niet altijd. De wet voorziet dat al naar gelang van de omstandigheden de echtgenoot, kinderen, klein-, achterkleinkinderen, ouders, groot- of overgrootouders een voorbehouden deel hebben.

    Zo kunnen ouders hun kinderen niet onterven.
    Indien men geen kinderen heeft en niet gehuwd is, zijn de ouders eveneens voorbehouden erfgenamen.

    Terug naar boven

  2. Verschillende categorieën erflaters

    Kunnen wij toch iets meer geven aan bepaalde erfgenamen?
    Dat wel. Wij onderscheiden:

    1. GEHUWDEN MET KINDEREN

      Indien de echtgenoten een wettelijke of bedongen gemeenschap hebben, kunnen zij deze in volle eigendom aan elkaar toebedelen.

      Dit houdt in dat de langstlevende volledig eigenaar wordt en zelfs (een deel van) de erfenis kan verkopen. De toebedeling wordt meestal als beding ingelast in het huwelijkscontract. Daar de huwelijksvoorwaarden tiijdens het huwelijk kunnen worden aangepast, kan deze toebedeling later aan het huwelijksregime worden toegevoegd. Ook van de eigen goederen kunnen zij elkaar meer geven dan het wettelijk voorziene vruchtgebruik, via een akte van schenking of via een testament.

      Hierdoor krijgen zij dan tevens een deel in volle eigendom.

      Uiteraard kan het beschikbaar gedeelte van ieders nalatenschap ook gegeven worden aan één van de kinderen of aan een vreemde.

    2. GEHUWDEN ZONDER KINDEREN

      De wet bepaalt dat de gemeenschap in volle eigendom toekomt aan de langstlevende. Eigen goederen keren echter terug naar de schoonfamilie van de overledene. Wil men dat ook deze goederen naar de langstlevende gaan, dan moet er bijgestuurd worden. Immers de wet voorziet in principe enkel een vruchtgebruik.

      Via een akte van schenking of via een testament kan men ervoor zorgen dat de langstlevende ook de eigen goederen van de vooroverledene in volle eigendom krijgt. De schenking kan reeds voorzien zijn in het huwelijkscontract of opgesteld worden tijdens het huwelijk. Een testament geeft hetzelfde resultaat, maar biedt het voordeel dat de echtgnoten tegelijkertijd kunnen bepalen wie hun erfgenamen zullen zijn, wanneer zij beiden zullen overleden zijn. Voorziet men dit niet, dan zal enkel de familie van de langstlevende erven. In een testament kan men dit corrigeren en bijvoorbeeld voorzien dat : Ingeval mijn echtgenoot voor mij overlijdt, stel ik aan als algemene legatarissen :

      • voor de ene helft de wettige erfgenamen van mijn echtgenoot ;
      • voor de andere helft mijn wettige erfgenamen.

       

      Zo legt men voor beide families de erflat terug gelijk. Dit hoeft uiteraard niet : men kan evengoed één bepaalde persoon of instelling aanduiden. Let er wel op dat indien de ouders nog leven zij terug een voorbehouden deel hebben.

    3. ONGEHUWDEN OF NIET MEER GEHUWDEN MET KINDEREN

      Men kan de helft van zijn nalatenschap weggeven wanneer men één kind heeft. Dit wordt één derde als men twee kinderen, en één vierde als men drie of meer kinderen nalaat. Dit beschikbaar gedeelte kan men geven aan eender welke derde of als extra aan een van zijn kinderen door dat kind het maximum te geven en het minimum aan de overige kinderen. Bij deze aanrekening zal men rekening houden met de door de testateur/testatrice reeds gedane schenkingen.

    4. ONGEHUWDEN OF NIET MEER GEHUWDEN ZONDER KINDEREN

      Indien zijn ouders, groot- of overgrootouders overleden zijn mag men zijn ganse nalatenschap geven aan wie men wil.
      Uiteraard zal dit bij testament gebeuren.

    Terug naar boven

  3. Wat is juist een testament?

    Volgens de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek is een testament “een steeds herroepbare akte, waarbij de erflater voor de tijd dat hij niet meer in leven zal zijn, over het geheel of een deel van zijn goederen beschikt”.
    Een erflater/erflaatster is een persoon die een bepaald vermogen nalaat.
    Een testateur/testatrice is een persoon die een dergelijke beschikking heeft opgesteld.
    De erflater/erflaatster kan voor het geheel (algemeen legaat) of voor een gedeelte (bijzonder legaat) van zijn/haar goederen een regeling treffen. Een testament kan steeds herroepen worden, er kunnen beschikkingen aan toegevoegd worden of er kan zelfs een geheel nieuw testament opgesteld worden.

    Terug naar boven

  4. Wie kan een testament maken?

    Iedereen die gezond van geest is, door de wet niet onbekwaam verklaard en de leeftijd van 16 jaar bereikt heeft, kan zelf bepalen hoe na zijn overlijden zijn goederen zullen verdeeld worden. Een minderjarige van 16 jaar zal slechts een legaat kunnen maken over maximum de helft van de goederen waarover hij beschikt, als zijn beide ouders nog leven, zelfs maar over een vierde van zijn vermogen. Vanaf 18-jarige leeftijd kan elke persoon over het geheel van zijn goederen beschikken. Een hoge leeftijd speelt geen rol.
    Methusalem in de gezegende leeftijd van 110 lentes, kan perfect een testament maken, indien hij maar gezond van geest is.
    Of hij dezelfde gezondheid van geest zal hebben de dag van zijn overlijden maakt niets uit.

    Terug naar boven

  5. Wie kan bij testament ontvangen?

    Minderjarigen of onbekwaamverklaarden kunnen in principe wel erven. Daarentegen belet de wet sommige personen om bij testament te erven. Zo zal iemand die nog niet verwekt is op het ogenblik van het overlijden van de erflater niet kunnen erven.
    Daarentegen zal een ongeboren kind dat levensvatbaar geboren wordt wél erven.

    Terug naar boven

  6. Het centraal register van testamenten (C.R.T.)

    1. Een testament is een strikt persoonlijke akte. Zo kunnen man en vrouw geen gezamenlijk testament maken.
      Ieder stelt op een afzonderlijk blad zijn uiterste wilsbeschikking op.
    2. Inschrijving in het Centraal Register van Testamenten (C.R.T.) Hier worden alle gegevens van openbare, internationale en eigenhandige testamenten bijgehouden. Indien een testament bij een notaris in bewaring wordt gegeven, laat deze dit inschriJven in het C.R.T.
      In dit register worden de identiteit van de testateur, de naam van de notaris en de datum opgenomen.

    Uiteraard blijft de inhoud van het testament geheim zolang de erflater leeft; ook kan men niet te weten komen of iemand al dan niet een testament gemaakt heeft.

    Na het overlijden zal het C.R.T., mits voorlegging van een overlijdensakte, meedelen of er al dan niet een testament bestaat.

    Registratie zal eveneens plaatsvinden ingeval van gedeeltelijke of volledige herroeping of nadat wijzigingen werden aangebracht aan reeds vroeger geregistreerde testamenten.

    Terug naar boven

  7. Verschillende vormen

    1. Het openbaar testament

      Is een notariële akte, die verleden wordt voor twee notarissen of één notaris in tegenwoordigheid van twee getuigen.

      De erflater dicteert zijn testament aan de notaris in aanwezigheid van de twee getuigen.

      Deze vorm is noodzakelijk voor personen die niet kunnen schrijven. Het is gebruikelijk dat de erflater bij het dicteren gebruik maakt van een nota die hij vooraf zelf, meestal in overleg met de notaris, heeft opgesteld. Deze vorm is dus zeer aanbevelenswaardig wanneer de testateur onzeker is over de geldigheid van zijn schikkingen.

      Het gedicteerde gedeelte van het testament schrijft de notaris nog steeds eigenhandig. Typen of laten noteren is verboden.

      Nadien wordt het testament door de notaris voorgelezen en door allen ondertekend.

    2. Het internationaal testament

      Dit wordt door de erflater aan de notaris aangeboden, die in tegenwoordigheid van twee getuigen er een verklaring over opmaakt.

      De getuigen zijn absoluut noodzakelijk en kunnen niet vervangen worden door een tweede notaris.

      Het internationaal testament moet schriftelijk opgesteld worden, maar dient niet noodzakelijk door de erflater zelf geschreven te worden, een familielid of vriend mag dit in zijn plaats doen.

      De taal waarin het geredigeerd wordt speelt geen rol. Het mag worden getypt.

    3. Het eigenhandig testament

      Zoals het woord zegt, wordt dit testament volledig van de eerste tot de laatste letter eigenhandig door de testateur geschreven, gedateerd en ondertekend. Hier zijn geen getuigen bij nodig.

      Essentieel is dat het door de testateur zelf geschreven is. Laten schrijven of typen is uit den boze. Hoe of waarop het wordt geschreven is niet belangrijk. Alle voorwerpen zijn toegestaan: een blad papier, een omslag, een stuk hout...

      Wel moet men er rekening mee houden dat het testament na overlijden aan een notaris zal aangeboden worden.

      Het mag geschreven worden met een vulpen, potlood of stift.

      Toevoegingen, woorden over andere heen geschreven en/of postscripta zijn toegelaten.

      Beter is het een ordelijk en overzichtelijk werkstuk op te stellen. Eventueel schrijft men het eerste ontwerp volledig opnieuw.

      Tweede vereiste is dat de erflater zijn testament dateert en vermeldt waar het werd opgemaakt.

      De datum is voldoende. Het uur kan nuttig zijn als er verschillende testamenten zouden bestaan. Aan de hand van de datum zal later kunnen nagegaan worden of de erflater op dat ogenblik bekwaam was om een testament te maken.

      Ingeval er meer dan één testament is, zal er moeten nagezien worden welk het laatste is en of dit al dan niet vorige testamenten herroept of eenvoudigweg aanvult.

      Tot slot moet het testament door de erflater zelf ondertekend worden. De gebruikelijke manier van ondertekenen volsteat.

      Best wordt er ook voor gezorgd dat tekst, datum en handtekening bij elkaar aansluiten.

    Terug naar boven

  8. Een voorbeeld

    De inhoud moet een duidelijke en exacte weergave zijn van de wil van de erflater. Immers na zijn overlijden rest enkel de geschreven tekst en kan hijzelf geen toelichting meer geven.

    Het zou jammer en misschien zelfs pijnlijk zijn, moest de interpretatie niet overeenstemmen met de wil van de erflater.

    In een testament kan de erflater beschikken over zijn ganse vermogen of over een gedeelte ervan ten voordele van één of meer personen of instellingen, al dan niet in gelijke verhouding.

    Best mogelijk: 30 % aan ..., 20 % aan ...,10 % aan ...

    Er moet duidelijk aangegeven worden welke personen bedoeld worden. Ook dient te worden voorzien wat er moet gebeuren indien bepaalde personen voor de erflater zouden overleden zijn. Gaat de erfenis dan naar de afstammelingen van deze vooroverleden personen of erven de andere legatarissen in hun plaats?

    Instellingen moeten ook duidelijk aangeduid en omschreven zijn.

    Al naar gelang van de inhoud, onderscheiden wij:

    • een beschikking over al de goederen die de erflater bij zijn overlijden nalaat : een algemeen legaat;
      ".. stel aan als mijn algemene legataris, mijn goede vriendin ....
      Antwerpen, 17 februari 1997.
      (handtekening)
    • een beschikking over een gedeelte van de goederen, roerend of onroerend : een legaat onder algemene titel;
      " ... Laat al mijn meubelen na aan mijn vriend ....
      Brussel, 17 februari 1997.
      (handtekening)
    • een beschikking over een bepaald goed: een bijzonder legaat;
      ”... geef mijn appartement te Kortrijk, Markt 7 aan ....
      Hasselt, 17 februari 1997.
      (handtekening)
    • een combinatie is uiteraard mogelijk.

    Ook kan een vertrouwenspersoon aangewezen worden als uitvoerder van het testament.

    Bepaalde schikkingen kunnen worden voorzien voor de kerkdienst, de begrafenis, de crematie, enz.

    Formaliteiten na het overlijden

    Kort na het overlijden van de erflater neemt u best contact op met de notaris.

    Via opzoekingen bij het C.R.T. of bij het registratiekantoor, zal hij nagaan of het voorgelegde testament wel degelijk het juiste is.

    Er kunnen immers verschillende testamenten in omloop zijn, testamenten die mogelijk elkaar aanvullen, maar eventueel ook elkaar kunnen tegenspreken of uitsluiten.

    Het testament of de testamenten die bruikbaar zijn, zullen een aparte weg volgen al naar gelang van

    1. de vorm waarin zij zijn opgemaakt:
      • een openbaar testament zal door de notaris die het heeft opgemaakt of door zijn opvolger binnen de vier maanden ter registratie aangeboden worden;
      • een eigenhandig testament wordt overhandigd aan de notaris, die daarvan een akte opmaakt waaraan het eigenhandig testament zal gehecht worden;
      • een internationaal testament berust reeds in een verzegelde omslag bij de notaris en zal door hem geopend worden nadat hij op de hoogte werd gebracht van het overlijden;
    2. de beschikkingen welke zij inhouden:

      na de formaliteiten van registratie, aanbieding of opening, is het nog mogelijk dat er een afgifte of een inbezitstelling moet gevraagd worden. Dit kadert in de verdere afwerking van het notariële dossier.

    Terug naar boven

  9. Nut van een testament en de formulering van een beschikking

    Een testament wordt vooral gebruikt door personen die geen kinderen hebben. Voor gehuwden in die situatie is het belangrijk dat zij een beschikking maken voor de goederen die hen eigen zijn, daar de goederen van de gemeenschap automatisch in volle eigendom toekomen aan de overlevende. Een andere mogelijkheid bestaat erin een verdere ertgenaam of een vreemde aan te stellen tot bijzonder legataris een bepaalde som of een bepaalde zaak met vrijstelling van successierechten. Dat betekent dat de algemene legataris niet alleen successierechten zal moeten betalen op zijn deel maar ook op het deel dat de bijzondere legataris krijgt. Men kan op die manier een som geld besparen, vooral als de tarieven tussen de erfgenamen sterk verschillen. Vb.: iemand heeft geen kinderen en wil de helft van zijn vermogen vermaken aan een v.z.w. (8,8 %) en de andere helft aan een neef.

    Nemen we een vermogen van 6.000.000 frank, dan betaalt de neef die de helft erft 1.350.000 frank aan successierechten en houdt hij 1.650.000 frank over. Als de erflater zijn testament anders had opgemaakt en zijn neef gelegateerd had voor de som van 1.650.000 frank met vrijstelling van successierechten, dan heeft deze neef evenveel. Maar de v.z.w. houdt wel een stuk meer over. Zij krijgt 4.350.000 frank bruto maar houdt 3.224.700 frank over, hetzij 488.700 frank meer.

    Terug naar boven

  10. Welke vorm kiezen ?

    Het eenvoudigst en het goedkoopst is uiteraard het eigenhandig testament. Het risico is echter reëel dat dit verloren gaat of in handen van een niet-erfgenaam belandt met alle daaruit voortvloeiende risico's.

    Daarenboven is er een probleem van bewaring. Een eigenhandig testament kan gemakkelijk verloren geraken of zelfs vernietigd worden.

    Hieraan kan verholpen worden door het bij een notaris in bewaring te geven. Tussen de eigen papieren steekt men dan een briefje zodat uw erfgenamen weten dat zij na uw overlijden contact met die bepaalde notaris moeten opnemen.

    Ook de bewijskracht van een onderhands testament is gering. Het volstaat dat de erfgenamen het niet erkennen opdat de legatarissen moeten bewijzen dat het wel de erflater is geweest die het blad heeft getekend (art. 1323 B.W.).

    Het internationaal testament zal misschien nuttiger zijn voor een wereldburger en is steeds rechtsgeldig, ongeacht de plaats waar het werd opgemaakt, de ligging van de goederen, de nationaliteit en de woon- of verblijfplaats van de erflater.

    Terug naar boven

  11. Conclusie

    Het openbaar testament heeft grote bewijskracht en de exactheid van de juridische en technische formulering ervan is gegarandeerd. Men heeft ook dadelijk zekerheid over de bewaring

Bron: Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat