Waar vandaan: Juridisch advies > Kunnen aannemer en architect hun aansprakelijkheid aan banden leggen?

Kunnen aannemer en architect hun aansprakelijkheid aan banden leggen?

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Bij het optrekken van een gebouw is uiteraard de tussenkomst van een aannemer en een architect van groot belang. In de praktijk kunnen deze werkzaamheden tot heel wat problemen, ongevallen en schade aanleiding geven. Er wordt dan ook door de betrokken partijen gepoogd om zich zoveel mogelijk van zijn eventuele aansprakelijkheid te ontdoen. De vraag stelt zich hier of dergelijke "bevrijdingsbedingen" wel geoorloofd zijn? Kunnen aannemer en architect er beroep op doen?

Aansprakelijkheidsbedingen - bevrijdingsbedingen

Vooreerst kan men hier stellen dat partijen onderling allerhande overeenkomsten kunnen afsluiten. Bevrijdings- of exoneratiebedingen kunnen deel uitmaken van deze overeenkomsten. Een "bevrijdingsbeding" is een clausule in de overeenkomst waarbij men zijn aansprakelijkheid ofwel volledig uitsluit of slechts gedeeltelijk.

Partijen zijn vrij om de inhoud van hun overeenkomsten te bepalen, mits dwingende wetsbepalingen in acht worden genomen. Zijn deze bevrijdingsbedingen echter strijdig met deze dwingende wetsbepalingen, dan zijn zij uiteraard nietig.

In de praktijk komen "aansprakelijkheidsbedingen" veelvuldig voor.

Zo kan de aansprakelijkheid van de schuldenaar verzwaard of uitgebreid worden, zelfs tot overmacht en toeval! Maar ze kan ook verlicht of zelfs opgeheven worden!

Ook de zware fout van de schuldenaar kan uitgeschakeld worden! Toch stellen we vast dat in de praktijk deze clausules streng gecontroleerd en beoordeeld worden door de rechter.

Zijn deze clausules rechtsgeldig?

Welnu, heden wordt aangenomen dat partijen in principe van het gemeen recht inzake contractuele aansprakelijkheid mogen afwijken.

De rechtsgeldigheid van deze aansprakelijkheidsbedingen is aan geen enkele vormvereiste onderworpen. Deze bedingen mogen zelfs berusten op een stilzwijgende, doch wel een zekere instemming van de partijen. Het is dus de partij tegen wie het beding zal gebruikt worden, die ermee moet instemmen en er kennis moet van kunnen nemen.

Concreet betekent dit dat aansprakelijkheids- en bevrijdingsbedingen rechtsgeldig zijn.

Toch bestaan er een drietal uitzonderingen nl. het bedrog, de ontkrachting van de overeenkomst en wettelijke verbodsbepalingen.

De wettelijk verbodsbepalingen:

Het gaat hier om bijzondere wettelijke bepalingen die van openbare orde of van dwingend recht zijn en waarvan dus niet kan afgeweken worden.

Zo zal bijvoorbeeld nietig zijn een bevrijdingsbeding waarbij de aannemer of de architect hun tienjarige aansprakelijkheid op basis van artikel 1792 van ons Burgerlijk Wetboek uitsluiten of verminderen. Ook omtrent hun strafrechterlijke aansprakelijkheid kunnen zij geen bevrijdingsbedingen opnemen in hun aannemingsovereenkomst.

Bedrog

Een beding waarbij men zijn bedrog uitsluit of beperkt is nietig. Zo ook elke daad die verricht werd met de bedoeling om schade te berokkenen. Wel hebben rechters in het verleden al beslist dat een contractuele uitsluiting van de aansprakelijkheid voor zijn eigen schuld of voor een grove fout, in beginsel geldig kan zijn.

De "ontkrachting van de overeenkomst"

Hier wordt bedoeld dat het bevrijdingsbeding niet tot gevolg mag hebben dat de inhoud of de zin zelf van de overeenkomst aangetast wordt. Dit houdt in dat indien een overeenkomst of een contract door het bevrijdingsbeding zijn zin verliest, dit beding als nietig moet worden beschouwd. In de praktijk hoort het aan de rechter toe om na te gaan welke de bedoeling van de contracterende partijen is geweest aangaande het bevrijdingsbeding. Wordt de overeenkomst aangetast door het beding, dan zal het als nietig moeten aanzien worden.

Beoordeling van de bevrijdingsbedingen in de praktijk

In de praktijk zijn de meningen omtrent de geldigheid van bevrijdingsbedingen ten voordele van de aannemer en de architect nogal uiteenlopend! Hebben de bevrijdingsbedingen betrekking op de stevigheid van de bouwwerken, dan zijn de rechters meestal gekant tegen deze bedingen. Er wordt hier meestal geoordeeld rekening houdende met het principe dat de tienjarige aansprakelijkheid van de aannemer en de architect niet kan uitgesloten worden.

Zelfs een beding waarbij de architect slechts voor een deel zou vrijgesteld zijn van zijn aansprakelijkheid, wordt als nietig aanzien. Hiervoor steunt men zich op het principe dat een dergelijke gang van zaken strijdig is met de openbare orde en eveneens in strijd is met de wet betreffende de uitvoering van het beroep van architect.

Gaat het daarentegen over een beding waarbij de aansprakelijkheid van de architect niet uitgesloten wordt, maar waarbij bepaalde activiteiten ten laste van de aannemer worden gelegd (werkzaamheden die eigenlijk tot de taak van de architect behoren), dan is dit beding wel geldig daar in deze omstandigheden de aansprakelijkheid van de architect niet wordt uitgesloten. In een dergelijke situatie wordt de aannemer eigenlijk medeverantwoordelijk.

Vrijdag 12 Februari 2010

 

 

rss