Terugvinden bankrekeningen na overlijden!

Juridisch advies

< Vorige	Archief	Volgende >

Er bereiken ons heel wat vragen omtrent het terugvinden van bankrekeningen na het overlijden van een persoon. Het gebeurt vrij vaak dat de erfgenamen van de overleden geen weet hebben van het bestaan van bankrekeningen, zij hierdoor niet alles opnemen in de aangifte van nalatenschap en er hierdoor later problemen kunnen ontstaan. Het is namelijk zo dat bij overlijden de goederen van de overledene moeten aangegeven worden en worden opgenomen in de zogenaamde "aangifte van nalatenschap". Aan de hand van deze aangifte zal later elke erfgenaam weten hoeveel successierechten hij op zijn deel zal moeten betalen.

Blijkt nu dat de erfgenamen niet alles hebben aangegeven, dan kan dit aanleiding geven tot boetes.

Om nu na te gaan of de overledene nog bankrekeningen heeft buiten de rekening waarvan zijn familieleden kennis van hebben, is het uiteraard mogelijk om alle banken te contacteren en hierover navraag te doen. Het moet echter niet gezegd worden dat een dergelijke zoektocht omslachtig is en veel tijd in beslag zal nemen.
Daarom is het gemakkelijker om contact op te nemen met de Belgische Vereniging voor banken". De notaris, de advocaat of de erfgenamen zelf kunnen zich tot deze vereniging wenden. De BVB zal dan haar leden aanschrijven.

De aanvraag bij de BVB moet bepaalde gegeven bevatten betreffende de overledene zelf en de aanvrager. Verder moet ook een officieel overlijdensattest bijgevoegd worden alsook een akte van bekendheid. Er moet namelijk aangetoond kunnen worden dat de aanvrager ook wel effectief een erfgenaam is.

Het registreren van de huurovereenkomst

Er bereiken ons nog steeds heel wat vragen omtrent de registratie van de huurovereenkomsten. Hoe zit het nu precies in elkaar?

Sinds 1 januari 2007 gelden er nieuwe regels op het gebied van het registreren van huurovereenkomsten. Sindsdien wordt een onderscheid gemaakt naargelang het gaat om akten aangaande verhuring, onderverhuring of overdracht van huur van onroerende goederen welke in België gelegen zijn en welke betrekking hebben op huisvesting (dus het gaat hier om verhuur van een hoofdverblijfplaats, een tweede verblijfplaats, een studentenkamer enz...; kortweg omtrent verhuringen inzake bewoning) en alle andere overeenkomsten (handelshuur, huur van garages, parkings, bedrijfsruimten enz...)

Bij de eerste categorie wordt de registratie opgelegd voor akten betreffende verhuring, onderverhuring of overdracht van huur die uitsluitend bestemd zijn tot huisvesting. Deze registratie moet gebeuren binnen de 2 maanden na de ondertekening van het huurcontract en is gratis.

Bovendien is het voortaan de verhuurder die moet overgaan tot de registratie van dergelijke overeenkomsten. Doet hij dit niet, dan zal de verhuurder gehouden zijn tot het betalen van een boete.

Wat betreft de huurovereenkomsten welke niet bestemd zijn tot huisvesting is het zo dat de registratie moet gebeuren binnen de 4 maanden na de ondertekening van de huurovereenkomst. In deze gevallen moet er nog wel betaald worden voor de registratie, maar er is hier geen sanctie voorzien zoals bij de overeenkomsten betreffende huisvesting (nl. dat de huurder het goed mag verlaten).

Vrijdag 29 Januari 2010