Waar vandaan: Juridisch advies > Ongeval met technisch onreglementair voertuig: de aansprakelijkheid!
Ongeval met technisch onreglementair voertuig: de aansprakelijkheid!
Juridisch advies
| < Vorige | Archief | Volgende > |
Het blijkt dat vele van onze lezers zich vragen stellen betreffende de aansprakelijkheid bij een ongeval met een voertuig dat "omgebouwd" werd. Zij vragen zich af of de verzekeraar het recht heeft om de uitbetaalde sommen terug te vorderen van de verzekerde indien blijkt dat diens voertuig technisch gezien niet in orde was ten tijde van het ongeval. Welke zijn de wettelijke bepalingen terzake en hoe zal de rechter een dergelijke situatie beoordelen in de praktijk?
De wettelijke bepalingen
In de eerste plaats wensen wij onze lezers hier te informeren betreffende het bestaan van een recente omzendbrief betreffende sommige verbouwde voertuigen. In deze omzendbrief worden een hele reeks basisprincipes weergegeven welke mogelijk zijn bij het ombouwen van een voertuig. Het zijn er echter zoveel dat we ze hier onmogelijk kunnen weergeven. Informatie hieromtrent kan echter wel bekomen worden op onze onderstaande advieslijn (0902/12014).
Daarnaast is er ook nog de Wet op de landverzekeringsovereenkomst van 25 juni 1992.
Artikel 11 van deze wet bepaalt dat in de verzekeringsovereenkomst geen geheel of gedeeltelijk verval van het recht op verzekeringsprestatie bedongen mag worden dan wegens niet-nakoming van een bepaalde, in de overeenkomst opgelegde verplichting, en mits er een oorzakelijk verband bestaat tussen de tekortkoming en het schadegeval.
Verder voorziet het Koninklijk Besluit van 14 december 1992 betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering betreffende motorrijtuigen, in een mogelijkheid tot verhaal uitgevoerd door de verzekeringsmaatschappij. Dit houdt in dat de verzekeringsmaatschappij een recht van verhaal kan uitoefenen in welbepaalde gevallen welke opgesomd zijn in dit Koninklijk Besluit. Dit kan het geval zijn indien de verzekerde gegevens betreffende het risico bij het sluiten van de overeenkomst of in de loop ervan, opzettelijk verzwijgt of opzettelijk onjuiste informatie doorgeeft. Bij een dergelijke opzettelijke verzwijging van informatie kan het verhaal oplopen tot een volledige recuperatie van de uitbetaalde vergoeding.
Wordt echter bepaalde informatie achtergehouden, doch op een onopzettelijke manier, dan kan de verzekeraar die de benadeelde heeft uitbetaald, zijn verhaal uitoefenen tegen zijn verzekerde. Doch in dit geval is de recuperatie beperkt en kan de verzekeraar slechts 250 EUR terugvorderen.
Bovendien heeft de verzekeringsmaatschappij een recht van verhaal op de verzekerde (de dader van het schadegeval) indien blijkt dat het omschreven voertuig op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien was van een geldig keuringsbewijs. Hier kan het verhaalrecht echter niet uitgevoerd worden indien de verzekerde kan bewijzen dat er geen enkel oorzakelijk verband bestaat tussen het ongeval en de staat van het voertuig.
Dit houdt dus in dat indien de verzekerde na het keuren van zijn voertuig, er veranderingen aan toebrengt welke eigenlijk niet meer reglementair zijn, dan nog zal er ten tijde van een ongeval moeten aangetoond worden dat het ongeval precies ontstaan is door deze technische veranderingen. Uit onderzoek blijkt dat dit in de meeste gevallen zeer moeilijk is om aan te tonen en gaat de verzekerde in de meeste gevallen vrijuit. Wij illustreren dit graag aan de hand van een praktijkgeval
Hoe beslist de rechter in de praktijk?
Piet rijdt tegen de wagen van Jan. Jans wagen stond gewoon geparkeerd langs de kant van de straat en Piet heeft hem langs de ganse flank aangereden. Jan wordt vergoed door de verzekeringsmaatschappij van Piet. Doch er wordt echter vastgesteld dat Piet niet over een geldig schouwingsbewijs beschikt en zijn verzekeraar wenst de door haar uitbetaalde sommen terug te vorderen van Piet (haar verzekerde). De maatschappij baseert zich hiervoor op de hierboven aangehaalde bepalingen in het KB van 14 december 1992. Piet meent dat er geen enkel oorzakelijk verband is tussen het ongeval en het feit dat hij over een ongeldig schouwingsbewijs beschikte. Volgens de verzekeringsmaatschappij is het Piet die het bewijs hiervan moet leveren.
De rechter beslist in deze zaak dat de bewijslast van het oorzakelijke verband tussen het schadegeval en het ongeldige schouwingsbewijs bij de verzekeraar van Piet ligt. Zowel het KB als de Wet op de landverzekeringsovereenkomst hebben het over deze bewijslast. De rechter is echter de mening toegedaan dat de voorschriften van de wet op de landverzekeringsovereenkomst voorgaan op de contractuele bepalingen van de polis of de bepalingen van de modelpolis. Daarom meent hij dat het aan de verzekeraar van Piet is om aan te tonen dat er een oorzakelijk verband was tussen het ongeval en het feit dat Piet geen geldig schouwingsbewijs had. In de gegeven omstandigheden van dit ongeval oordeelt de rechter dat het bezit van een ongeldig schouwingsbewijs, geen enkele rol kan gespeeld hebben bij dit ongeval. Hij besliste dat het ongeval aan zoveel andere factoren kon te wijten zijn en stelde Piet in het gelijk. Piet moet dus niet overgaan tot het terugbetalen van de uitbetaalde sommen door zijn verzekeraar!
Besluit
Uit dit alles blijkt duidelijk dat steeds de precieze feiten en omstandigheden een belangrijke rol zullen spelen om na te gaan of de verzekeraar zijn verhaalrecht kan uitoefenen.
Uit de praktijk blijkt dat gladde banden en banden van verschillende maten, wel aanleiding kunnen geven tot een verhoging van het risico. Zijn de banden daarentegen aangebracht op een niet-reglementaire manier, dan zal dit nog niet betekenen dat de bestuurder aansprakelijk zal zijn ten tijde van het ongeval: het oorzakelijke verband zal dan weer moeten aangetoond worden!
In de praktijk zal de verzekeringsmaatschappij meestal een deskundige aanstellen die dan de oorzaak van het ongeval moet achterhalen. Indien hij van mening is dat de ombouw van het voertuig of het technisch niet in orde zijn van het voertuig aan de basis liggen van het ongeval, dan zal de maatschappij de door haar uitbetaalde sommen terugvorderen. Uit de praktijk blijkt dit echter bijna nooit het geval te zijn!
Vrijdag 21 Mei 2010