Waar vandaan: Juridisch advies > Waterschade: watermaatschappij aansprakelijk?

Waterschade: watermaatschappij aansprakelijk?

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Het zal je maar overkomen: een waterleiding begeeft het en je woning komt binnen de kortste keren onder water te staan! De watermaatschappij komt ter plaatse en herstelt de leidingen. Na een onderzoek bleek dat de hoofdkraan stuk was. De watermaatschappij is eigenaar van deze hoofdkraan en je stelt je de vraag of je hen kan doen opdraaien voor de schade die je woning opliep. Hoe beoordeelt de rechter dergelijke situaties?

Artikel 1384, lid 1 van ons Burgerlijk Wetboek

Dit artikel zegt: "men is aansprakelijk niet alleen voor de schade welke men veroorzaakt door zijn eigen daad, maar ook voor die welke veroorzaakt wordt door de daad van personen voor wie men moet instaan, of van zaken die men onder zijn bewaring heeft".

Om beroep te kunnen doen op dit artikel is het noodzakelijk dat de aangesprokene de bewaarder is van de zaak, dat deze zaak aangetast is door een gebrek waardoor aan een derde schade wordt veroorzaakt.

De bewaarder is meestal de persoon die in feite, voor eigen rekening, van de zaak gebruik maakt. Hij heeft er bovendien de macht, bewaking en leiding over.

Concreet wil dit zeggen dat elkéén aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door zaken die hij onder zijn bewaring heeft. Dit houdt in dat niet het eigendomsrecht over deze zaak doorslaggevend is, maar wel het feitelijke gebruik van de zaak, met een recht van leiding en toezicht.

Niet alleen particulieren onderling kunnen elkaar schade toebrengen, maar ook bedrijven, de overheid, intercommunales enz. Ook zij zullen aansprakelijk kunnen gesteld worden voor de schade die zij toegebracht hebben. In dit geval gaat het dus om de watermaatschappij die schade heeft toegebracht. Of je gelijk zou kunnen halen bij de rechter in verband met de geleden schade, hangt uiteraard volledig af van de concrete en precieze feiten en omstandigheden. Een klein detail kan soms een heel ander licht op de zaak werpen.

De rechter sprak zich onlangs uit over een schadegeval tussen de watermaatschappij en haar abonnee. Hieronder volgt een bondige uiteenzetting.

De feiten

André is aangesloten bij de intercommunale watermaatschappij. André vertrekt op vakantie en laat de goede zorgen van zijn woning over aan zijn zoon. Bij zijn terugkeer stelt André vast dat er in de kelder 1,5 m water staat. Hij waarschuwt de watermaatschappij en er wordt gezocht naar de oorzaak van de schade. André stelt de watermaatschappij aansprakelijk voor de aanzienlijke schade die hij opliep. Er wordt een deskundige aangesteld en deze stelt vast dat er door werkzaamheden in de straat van André nogal wat trillingen ontstonden en hierdoor de 60 jarige hoofdstopkraan het heeft begeven. Dit is de kraan welke op ongeveer 1 m van de gevel onder het voetpad gelegen is en de distributieleiding met de aansluiting verbindt.

De twee partijen komen niet tot een akkoord en André brengt de zaak voor de rechter.

Uitspraak in eerste aanleg

André steunt zijn pleidooi op artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek (zie hierboven) en op het feit dat volgens zijn abonnementscontract alle herstellingen uitsluitend door de intercommunale watermaatschappij mogen worden uitgevoerd. Bovendien was deze hoofdstopkraan door een speciale sleutel te bedienen. De watermaatschappij van haar kant stelt dat er in haar contracten een exoneratiebeding (dit komt neer op een uitsluiting van aansprakelijkheid) is opgenomen waardoor zij niet aansprakelijk kan gesteld worden voor schade die door de aansluiting zou worden veroorzaakt.

De rechter in eerste aanleg besluit dat de intercommunale watermaatschappij onzorgvuldig handelde door de goede zorgen voor het onderhoud over te laten aan haar geabonneerden terwijl zij dit eigenlijk niet kunnen en zelfs niet mogen doen!

Bovendien besloot hij ook dat het exoneratiebeding vaag en tegenstrijdig was zodat er hier geen sprake kon zijn van een rechtsgeldig exoneratiebeding.

De watermaatschappij wordt door de rechter in het ongelijk gesteld en zij moet André volledig vergoeden voor de door hem opgelopen schade. De watermaatschappij gaat niet akkoord met deze uitspraak en gaat in hoger beroep.

Uitspraak in hoger beroep

Ook hier oordeelt de rechter dat de houding van de watermaatschappij (optreden nadat er zich een schadegeval heeft voorgedaan), leidt tot een situatie waarin het zeker is dat schade zal ontstaan, maar het alleen niet geweten is wanneer ze zal ontstaan. De rechter vindt dit optreden een inbreuk op de zorgvuldigheidsplicht van de watermaatschappij en dus foutief.

Wat het exoneratiebeding betreft meent de rechter dat het wel geldig is, maar geen vrijstelling van aansprakelijkheid uit hoofde van een fout inhoudt. Vermits in deze zaak de schade is ontstaan door een fout van de watermaatschappij, vindt dit beding geen toepassing.

Anderzijds oordeelde de rechter in hoger beroep dat, vermits André de watermaatschappij slechts contacteerde nadat het water reeds 1,5 m hoog stond, hij een ontoereikend toezicht had uitgeoefend. Dit had zonder twijfel een weerslag op de omvang van de schade; had er tijdig opgetreden geweest, dan was de schade niet zo hoog opgelopen. De rechter was de mening toegedaan dat André op geregelde tijdstippen moet controleren of er geen waterinfiltraties optreden en zo ja dient hij hier onmiddellijk de maatschappij van op de hoogte te brengen. Daardoor besliste de rechter in hoger beroep om de aansprakelijkheid te verdelen tussen beide partijen. Zowel André als de watermaatschappij staan elk in voor de helft van de schade!

Vrijdag 30 November 2007

 

 

rss