Waar vandaan: Juridisch advies > "Planbaten" en "Planschade"

"Planbaten" en "Planschade"

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Naast onze loods bevindt zich een perceel grond dat steeds landbouwgrond geweest is. Onlangs kwamen wij toevallig te weten dat dit nu bouwgrond geworden is. Een bediende van het gemeentebestuur vertelde ons dat dit best mogelijk is.

Kan u ons vertellen hoe dit dan gebeurt?

Volgens het nieuwe decreet op de Ruimtelijke Ordening is dit inderdaad mogelijk geworden. De artikels 84-86 en 87-91 van het decreet op de Ruimtelijke Ordening hebben het in dat verband over planschade en planbaten.

De planschadevergoeding

Het Vlaamse grondgebied wordt ingedeeld in verschillende soorten gebieden, alnaargelang de overheersende activiteit de overheid er wil laten plaatsvinden: landbouw, industrie, recreatie, natuur, woongelegenheid,... Door deze inde­ling worden er een reeks beperkingen opgelegd inzake eigendoms­recht. Deze beperkingen brengen ongetwijfeld schade toe aan de eige­naars van deze gronden. In het decreet van Ruimtelijke Ordening wordt bepaald dat: "de ruimtelijke uitvoeringsplannen erf­dienstbaarheden van openbaar nut kunnen doen ontstaan en eigendomsbeperkingen kunnen inhouden, met inbegrip van bouw­verbod."

De vraag die zich hier nu stelt is of dergelijke beperkingen rechtmatig mogen worden opgelegd? En zo ja, heeft de eigenaar dan recht op een schadevergoeding?

Het nieuwe decreet voorziet inderdaad in een schadeloosstel­ling indien eigenaars hun gronden plots zien bezwaard worden met een erfdienstbaarheid zoals hierboven werd beschreven.

Deze "planschadevergoeding" wordt toegekend wanneer (op basis van de inwerkingtreding van een ruimtelijk uitvoeringsplan) een bepaald perceel grond niet meer in aanmerking komt voor een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingvergunning, terwijl het voordien wel in aanmerking kwam voor een vergun­ning om te bouwen of te verkavelen.

Deze "planschadevergoeding" is verschuldigd door de overheid die het ruimtelijk uitvoeringsplan opmaakte en waardoor de planschade ontstond. Wel moet er hier op gewezen worden dat in het decreet een aantal uitzonderingen voorzien zijn (artikel 84, paragraaf 4) waarin aan de aanvrager van de schadevergoe­ding, geen schadeloosstelling zal worden uitbetaald.

Bovendien moet voor de uitbetaling van een planschadevergoe­ding cumulatief aan volgende criteria voldaan worden :

- het perceel moet gelegen zijn aan een voldoende uitgeruste weg;

- het perceel moet stedenbouwkundig en bouwtechnisch in aan­merking komen voor bebouwing;

- het perceel moet gelegen zijn binnen een bebouwbare zone;

- enkel de eerste 50 m vanaf de rooilijn komt in aanmerking voor planschade.

De planbatenheffing

Anderzijds bestaat ook de mogelijkheid dat de ruimtelijke uitvoeringsplannen "planbaten" doen ontstaan. In dat geval is een ­heffing verschuldigd wanneer, op basis van een in werking getreden ruimtelijk uitvoeringsplan, een per­ceel in aanmerking komt voor een stedenbouwkundige vergunning of een verkavelingvergunning, daar waar dit voorheen niet mogelijk was.

Deze heffing moet worden betaald binnen de 5 jaar na de inwer­kingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan door de eige­naar van het betrokken perceel.

De vergoeding moet betaald worden binnen de 6 maanden na ofwel de overdracht van enig zakelijk recht m.b.t. het per­ceel, ofwel na het verlenen van een stedenbouwkundige vergun­ning of verkavelingvergunning. Het spreekt voor zich dat het hier dan wel moet gaan om een vergunning die verleend kan worden op basis van het in werking getreden ruimtelijk uitvoe­ringsplan.

Blijkt dat een perceel de eigendom is van meerder eigenaars, dan zijn zij allen hoofdelijk aansprakelijk voor de gehele planbatenheffing. De eigenaar van het perceel is de persoon welke bekend is bij de administratie van de BTW, Registratie en Domeinen, op de datum van de inwerkingtreding van het ruimte­lijk uitvoeringsplan, behoudens uiteraard bewijs van het tegendeel.

Wordt de heffing niet betaald binnen de vooropgestelde ter­mijn, dan is er van rechtswege een wettelijke intrest ver­schuldigd. De vergunning om te bouwen of te verkavelen, welke verkregen werd door de inwerkingtreding van het ruimtelijk uitvoeringsplan, wordt dan ook geschorst, zolang de planbaten­heffing niet is betaald.

De heffingspichtige kan beroep instellen tegen deze te beta­len heffing en dit bij een ambtenaar welke door de Vlaamse Regering wordt aangeduid. Het beroep wordt bij aangetekende brief ingediend binnen de 30 dagen na verzending van het aanslagbil­jet.

Vrijdag 12 December 2008

 

 

rss