Windhoek, de hoofdstad
De hoofdstad van Namibie is Windhoek. Het is geen erg grote hoofdstad, met 130.000 inwoners is de stad kleiner dan provinciesteden vele provinciesteden in Belgie en Nederland. Duitse missionarissen stichtten hier een post in 1871. De naam werd later verzonnen door de Afrikaanse bevolking.
Men kan de stad gemakkelijk te voet te verkennen. Het centrum is een vreemde mengeling van Duitse koloniale gebouwen en in frisse pasteltinten geschilderde moderne gebouwen. Opvallend is de Evangelisch-Lutherse Christuskirche in Art Nouveau stijl. Vlakbij staat het huidige parlementsgebouw, het Tintenpalast. Een museum dat de koloniale geschiedenis als thema heeft, staat hier ook niet ver vandaan. Het museum is gevestigd in een oud fort dat de Duitse kolonisatoren achterlieten, de Alte Feste.
 |
Een bezoekje aan het station is wel aardig. Dit werd in opdracht van de Zuid-Afrikanen ontworpen door een Nederlandse architect. Het gebouw heeft dan ook wel iets weg van de oude NS-stations die in Nederland overal nog wel te vinden zijn.
In 1837 werd het zuiden van het land getroffen door een meteorietenregen . Ruim 21.000 kilo ruimtegesteente kwam neer in de woestijn. In de Poststraat zijn 33 van deze meteorieten tentoongesteld in een winkelcentrum. Als u tijd heeft moet u even naar de kleine Windhoek Valley gaan, vanwaar u een mooi overzicht heeft over de hoofdstad. |
Lüderitz
Je bent in zuidelijk Afrika en toch waan je jezelf in Duitsland : veel toeristen komen naar Lüderitz voor de Duits-koloniale sfeer. Het lijkt alsof het stadje direkt uit Beieren naar hier werd gebracht. Toch ligt het echt aan de barre kust van de Namib-woestijn. Langs deze kust komen grote groepen zeehonden en pinguïns voor.
De diamantindustrie was heel belangrijk voor Lüderitz. De mooie Evangelisch-Lutherse Felsenkirche is hier een voorbeeld van. De gelovige gemeente heeft erg haar best gedaan om haar rijkdom te tonen aan de hand van de prachtige glas-in-lood ramen. Het Lüderitz museum biedt inzicht in de levenswijze van de inheemse bevolking, de diamantindustrie en de natuur van het gebied.Vanuit Lüderitz is het mogelijk georganiseerde boottochten te maken langs de onherbergzame kust van Zuid-Namibië.
Swakopmund
Tussen de zuidelijke Atlantische oceaan en de Namibwoestijn is Swakopmund. Een oude Europese stad, die stamt uit de tijd van de Duitse kolonialisten . Net zoals het stadje Lüderitz heeft Swakopmund ook een Beiers centrum. Het stadje heeft brede boulevards met palmbomen en grote parken voor de bevolking. Veel Zuid-Afrikaanse toeristen bezoeken Swakopmund. De naam Swakopmund komt van de rivier de Swakop die hier in zee uitmondt. Dit Duits karakter valt nu nog sterk op, vele mensen spreken nog Duits en de straatnamen zijn ook in het Duits. Door dit typisch Duits karakter zijn hier natuurlijk veel Duitse toeristen. Wat ze ook van de Duitsers hebben overgenomen is de invoer van zomer- en winteruur, dus in de winter (rond juli) is het 1 uur later dan in Zuid-Afrika. Ook voor wie van Botswana naar Namibië reist moet zijn uurwerk 1 uur achteruut draaien, zo voorkom je verrassingen.
In Swakopmund kun je aan haaienvangst doen. Voor wie tijd heeft, is dit zeker de moeite waard. Men kan vissen vanaf de kust, of met een bootje de zee ingaan. Opgelet, het is niet gemakkelijk : als je niet veel weegt, is de kans groot dat de haai meer weegt dan jij. Een haai van 70 tot 90 kg aan de haak slaan is geen uitzondering, maar dan moet men hem nog op het strand krijgen. Tegenover zo'n zware haai moet veel kracht gebruikt worden, want anders trekt de haai de rollen om en sleept hij de visser over het strand.
Skeleton Coast
| Skeleton Coast Park is een onderdeel van het Namib Naukluft Park, een zeer droge en uitgestrekte woestijn. De naam "skelettenkust" werd aan dit park gegeven omdat er veel skeletten van schepen maar ook van mensen liggen. Door de onstuimige zee zijn er vaak heel wat schepen gestrand. De opvarenden die de kust konden bereiken, dachten gered te zijn want ze hadden immers vaste grond onder de voeten. De schipbreukelingen stierven echter allen van de dorst want ze waren beland op één van de droogste plekjes op aarde. De dichtsbijzijnde nederzetting waar drinkbaar water te vinden was, ligt zo een goede 200 kilometer verder. |
 |
Als je door deze woestijn wilt gaan moet je je, zoals bij elk nationaal park, inschrijven en een vergunning kopen . Het inschrijven heeft een dubbele functie, niet alleen wil men weten wie in gaat maar ook wie er terug uit komt.Het is verplicht om minimaal 1,5 liter water en eten voor een dag per persoon mee te nemen. Je kan immers pech krijgen en praatpalen om hulp in te roepen, zijn er niet. Gelukkig rijden er elke dag wel enkele auto's voorbij en komen er af en toe parkwachters langs.
Etosha Nationaal Park
Het park is honderden kilometers lang en ongeveer 50 kilometer breed. Het is er verschrikkelijk droog en er groeit er bijna niets; soms zie je een Welwitschia staan. Het zuidelijk deel is toegankelijk voor bezoekers terwijl het noordelijke deel afgesloten wildernis is. In het noorden leeft nog een groepje woestijnolifanten, een zeer bedreigde en zeldzame olifantsoort.
 |
Het Etosha park is een groot gebied rond een zoutvlakte. Dit park ligt in het noorden van Namibie en beslaat een oppervlakte van ongeveer 22.000 vierkante kilometer (de afstand oost-west is maximaal 300 km, noord-zuid 100 km). Het is niet alleen een van de grootste maar tevens een van de belangrijkste wildparken van zuidelijk Afrika. De zoutvlakte is ongeveer 5.000 km 2 groot en men denkt dat dit vroeger een meer is geweest dat later is ingedroogd. |
De helft van het park is toegankelijk voor bezoekers en dit is het gedeelte rond het zoutmeer. De rest is alleen toegankelijk voor groepen onder leiding van een gids. In het park zijn veel dieren aanwezig en ze zijn in de droge tijd relatief gemakkelijk te vinden; dit in tegenstelling tot het alom bekende Krugerpark in Zuid Afrika. In de droge tijd zoeken de dieren de drinkplaatsen op. Deze zijn deels van natuurlijke oorsprong en deels zijn ze aangelegd. Doordat het park flink in afmeting is afgenomen kunnen de dieren niet meer mee doen aan de grote trek naar water tijdens het droge seizoen. Om te voorkomen dat veel wild van de dorst om zou komen zijn er enkele drinkplaatsen gemaakt. Natuurlijke en niet natuurlijke drinkplaatsen zijn overgens niet van elkaar te onderscheiden. Alleen het oostelijke deel van het park is makkelijk toegankelijk voor toeristen. Dit gedeelte van het park is voornamelijk vlak, met een begroeiing die varieert van bijna niets tot dichte bossen met bomen tot ongeveer vier meter hoog. Zeker in de periode tussen juni en september is het erg droog en ziet de begroeiing er erg karig uit. In het park zijn drie rustkampen met overnachtingsmogelijkheden, restaurants, winkeltjes, benzinepompen etc. Reizigers zijn verplicht om voor zonsondergang de poorten van zo'n kamp binnen te rijden, waarna die poorten tot zonsopgang de volgende dag worden gesloten.
Omdat het park zo groot is, heb je hier ook grote kans dat je dieren kunt observeren zonder andere toeristen te zien. Alleen bij de waterplaatsen waar de dieren drinken is het vaak wat drukker, maar absoluut niet storend. Er is een grote verscheidenheid aan dieren : neushoorns, olifanten, giraffes, zebra's, gnoe's, springbokken, kudu's, jakhalzen, cheetahs, leeuwen, wrattenzwijnen, enz. Aan de rand van de rustkampen ligt net buiten de omheining een waterpoel die 's nachts wordt verlicht. Het is een bijzondere ervaring om na zonsondergang een uurtje bij die waterpoel door te brengen. Er gebeurt altijd wel iets : links loopt een grote olifant weg die net heeft gedronken en rechts komt alweer een dorstige neushoorn het toneel op!
Overigens, in Etosha moet je ook een andere gebeurtenis goed plannen. Toiletten zijn zeer schaars en even de auto uit om je behoefte te doen wordt sterk afgeraden. Je weet tenslotte nooit welke dieren in de buurt zijn! Met de toegestane snelheid van twintig kilometer per uur (veel sneller is ook niet mogelijk) en een grote kans dat er weer een olifant midden op de weg staat, kan het makkelijk langer dan een uur duren voordat je een toilet in zicht krijgt.Overigens moet je je van de sanitaire faciliteiten buiten de rustkampen niet teveel voorstellen. Vaak zijn het niet meer dan twee toiletgebouwtjes zonder stromend water op een terreintje met een omheining om de dieren op afstand te houden.
Visrivier Canyon
De Afrikaanse Grand Canyon ! Visrivier Canyon (of Fish River Canyon) kan de vergelijking met zijn evenknie in Amerika best aan. De visrivier is diep in het landschap ingesneden en zorgt voor een fantastisch mooi landschap. De enige maanden in het jaar dat de rivier niet droogstaat, zijn mei en juni. In deze maanden is er een 5-daagse voettocht uitgezet door de hele kloof. Onderweg zijn er kampeerfaciliteiten. De tocht begint in Hobas aan de ene kant en eindigt in Ai-Ais. Dit stadje is gebouwd rond een aantal bronnen met heet water. Velen komen hier in de hoop dat het water helpt tegen reumatische aandoeningen. De stad is dus op toeristen ingesteld.
Bron tekst: Arakea |