Eenmanszaak of vennootschap

Waar vandaan: Geld en Werk > Persoonlijke Financiële Planning > Inkomensplanning > Eenmanszaak of vennootschap: een fiscale keuze?

Eenmanszaak of vennootschap: een fiscale keuze?

Meer over inkomensplanning:

osteo6 Fiscaalvriendelijke bezoldigingstechnieken
osteo6 Eenmanszaak of vennootschap: een fiscale keuze?

Elke ondernemer of beoefenaar van een vrij beroep stelt zich vroeg of laat de vraag of het oprichten van een vennootschap voor hem of haar interessant is.  Hoewel veel vennootschappen opgericht worden om fiscale redenen, spelen ook andere motieven een rol, zoals het afschermen van het privé-vermogen tegen ondernemingsrisico’s.  Ook als samenwerkingsverband  of als instrument voor familiale opvolging is een vennootschap de aangewezen structuur.

Ondernemingsrisico’s
Als u een zelfstandige activiteit wil starten, heeft u de keuze tussen een eenmanszaak of een vennootschap.  Een bepalende factor bij die keuze is het risicogehalte van de beroepsactiviteiten.  Een eenmanszaak is een onderneming die, in tegenstelling tot een vennootschap, geen aparte rechtspersoonlijkheid bezit.  Er is dus geen splitsing tussen het privé-vermogen van de ondernemer en het vermogen van de onderneming.  Opteert u niet voor een vennootschapsvorm, dan draagt u dus zelf het ondernemingsrisico.  U bent dan onbeperkt aansprakelijk en staat met uw volledige persoonlijke vermogen in voor de verbintenissen van de onderneming.  Bij de meeste vennootschapsvormen daarentegen, is de aansprakelijkheid van de aandeelhouders beperkt tot het kapitaal dat ze in de vennootschap hebben ingebracht.  Bij een eventueel faillissement van de vennootschap kan het privé-vermogen van de venno(o)t(en) in principe niet worden aangesproken om de vennootschapsschulden te betalen. 
Er zijn echter uitzonderingen.  Zo zijn bijvoorbeeld de bestuurders of zaakvoerders van een vennootschap aansprakelijk voor daden van slecht bestuur.  Ook oprichters kunnen aansprakelijk gesteld worden voor ernstige fouten bij de oprichting van de vennootschap.  Verder ontslaat een vennootschap de beoefenaars van een vrij beroep (artsen bijvoorbeeld) meestal niet van hun beroepsaansprakelijkheid.  Vandaar dat niet weinig zelfstandigen huwen onder het stelsel van scheiding van goederen.  Via dat huwelijksstelsel kan u het vermogen van de niet-actieve echtgeno(o)t(e) onttrekken aan het ondernemingsrisico en de beroepsschulden van de andere.  In het (wettelijk) stelsel van gemeenschap van goederen daarentegen kunnen beroepsschulden (schadeclaims bijvoorbeeld) niet alleen verhaald worden op de eigen goederen van de beroepsuitoefenaar, maar ook op het gemeenschappelijk vermogen.  

Fiscale motieven
Naast het afschermen van het privé-vermogen tegen de ondernemingsrisico’s spelen ook fiscale motieven een rol bij de keuze voor een vennootschap.  Door een vennootschap op te richten, kan u immers de fiscale en parafiscale druk op uw privé-inkomen en privé-vermogen gevoelig verminderen, omdat de belastingdruk voor een vennootschap lager is dan voor een natuurlijke persoon.  Winsten in vennootschap zijn in principe onderworpen aan 33,99% vennootschapsbelasting.  Werkt u daarentegen onder eenmanszaak, dan wordt u belast in de personenbelasting, waar het marginaal belastingtarief 50% bedraagt en bovendien nog te verhogen is met gemeentebelasting.  Het marginaal tarief is het tarief waartegen de hoogste inkomstenschijf wordt belast.  De nettowinsten of baten van uw eenmanszaak zijn ook onderworpen aan sociale bijdragen.  Tot een inkomen van 49.315 euro betaalt u 22% sociale bijdragen.  U betaalt 14,16% op de schijf tot 72.657,38 euro.  Door te werken onder vennootschapsvorm kan u de progressiviteit van de personenbelasting doorbreken en de sociale bijdragen reduceren.  Als aandeelhouder van een vennootschap hebt u immers de bestemming van de winst zelf in handen.  U beslist bovendien zelf onder welke vorm u een inkomen verwerft.  U betaalt enkel personenbelasting en sociale bijdragen op de bezoldiging die de vennootschap u effectief uitkeert.  Indien u ervoor opteert om uw inkomen eerder onder de vorm van een dividend uit de vennootschap te halen, dan betaalt u maximaal 50,49% belasting.  Dividenden zijn winstuitkeringen aan de aandeelhouders.  Ze zijn belastbaar in hoofde van de vennootschap en zijn privé onderworpen aan 15% of 25% roerende voorheffing.  Dividenden zijn niet onderworpen aan sociale bijdragen of gemeentebelasting. 

Door te werken met een vennootschap kan u een fiscaal zwaar belast bedrijfsinkomen ook (gedeeltelijk) omzetten in een roerend of onroerend inkomen, die minder zwaar worden belast.  Zo kan u bijvoorbeeld een handelspand of het praktijkgedeelte van uw woning verhuren aan uw vennootschap.  Privé wordt in principe 60% van de huur belast, terwijl deze voor 100% aftrekbaar is in de vennootschap.  Let wel op.  Buitensporige huur wordt geherkwalificeerd in een bedrijfsleiderbezoldiging.

Als bedrijfsleider kan u ook interesten genieten op een vordering die u hebt op uw vennootschap.  Op die manier kan u op een fiscaal voordelige manier geld onttrekken aan de vennootschap.  In principe zijn de interesten aftrekbaar in de vennootschap en privé slechts onderworpen aan 15% roerende voorheffing.  Een vordering op een vennootschap kan bijvoorbeeld ontstaan wanneer u het cliënteel van uw eenmanszaak verkoopt aan de vennootschap die u opricht.  Indien uw vennootschap uw activiteiten overneemt en daarvoor leent bij een bank, dan ontvangt u privé de verkoopprijs.  Indien geen lening genomen wordt, ontstaat een vordering waarop u interesten kan vragen.  De meerwaarden die u privé realiseert bij een verkoop zijn wel belast, in principe aan 16,5% (materiële vaste activa) of 33% (goodwill, cliënteel).

Met een vennootschap kan u ook een aantal fiscaalvriendelijke vergoedingstechnieken toepassen, zoals het toekennen van voordelen van alle aard.  Denken we maar aan een firmawagen, de kosteloze terbeschikkingstelling van een woning of de kostloze verwarming en elektriciteit.

Een vennootschap heeft natuurlijk niet enkel voordelen.  Ze brengt een paar bijkomende kosten met zich mee, zoals de kosten van oprichting en de boekhoudkosten.  Naast boekhoudkundige verplichtingen, zijn er ook juridische en administratieve verplichtingen, zoals het neerleggen van een jaarrekening bij de balanscentrale van de nationale bank.

Spaarpot
Ook uw levensstandaard is een belangrijke factor bij het al dan niet kiezen voor een vennootschap.  Er bestaat evenwel geen vast bedrag vanaf wanneer de oprichting van een vennootschap interessant is.  Dat dient geval per geval te worden bekeken.  Algemeen kan wel gesteld worden dat een vennootschap maar zin heeft wanneer uw persoonlijke financiële behoeften (uw gezinsuitgaven) lager liggen dan de te verwachten winst.  Slechts een beperkt gedeelte van het resultaat (wat u nodig hebt om van te leven) wordt dan uitgekeerd en in aftrek genomen door de vennootschap.  Wat u privé niet nodig hebt, kan u dan sparen in de vennootschap, waar de fiscale druk lager is en waar er geen sociale bijdragen betaald moeten worden.  Het gereserveerd vermogen kan aangewend worden voor beroepsmatige investeringen en beleggingen.

Pensioen- en successieplanning
Een vennootschap is een ideaal spaarinstrument voor vermogens- en pensioenopbouw.  Zo kan u in de vennootschap op een fiscaal interessante wijze een pensioenkapitaal opbouwen, bijvoorbeeld door het onderschrijven van een groepsverzekering.  Onder bepaalde voorwaarden (de zogenaamde 80%-grens) zijn de premies volledig aftrekbaar voor de vennootschap.  Indien de uitkering gebeurt op 60 jaar of later wordt het pensioenkapitaal privé belast aan 16,5%, te verhogen met zogenaamde RIZIV- en solidariteitsbijdragen en gemeentebelasting.  Samen bedraagt de belastingdruk ongeveer 20%.  Onder bepaalde voorwaarden is het tarief nu evenwel slechts 10 %.  Dat tarief geldt onder de dubbele voorwaarde dat u het opgebouwde kapitaal pas ontvangt op 65 jaar, én dat u tot aan die wettelijke pensioenleeftijd effectief actief blijft.  Interessant is dat u ook de mogelijkheid hebt om een zogenaamde ‘backservice’ te financieren.  Dat betekent dat u een inhaalbeweging kan doen, en pensioen kan opbouwen voor de reeds gepresteerde dienstjaren (maximaal tien jaar voor prestaties buiten de onderneming).  Door zo’n eenmalige en aftrekbare premie te storten, kan u de belastbare basis in uw vennootschap verminderen.

Het bestaan van een vennootschap maakt ook successieplanning gemakkelijker.  Op diverse manieren kan een overdracht georganiseerd worden aan één of meerdere kinderen, eventueel met voorbehoud van controle en inkomsten.  Is een voortzetting van de onderneming door de kinderen niet aan de orde, dan kan u bij pensionering overgaan tot een verkoop van de aandelen aan een derde (in principe belastingvrij) of tot de liquidatie van de vennootschap (mits betaling van 10% roerende voorheffing op de liquidatiebonus).

<<< Vorige pagina

Bron: Optima Financial Planners
(update oktober 2008)