Prognosefactoren

Baarmoederslijmvlieskanker: Prognosefactoren

De 'staging'
Naast het niveau van overwoekering, bepaald tijdens de chirurgische ingreep (de 'staging'), hebben een aantal klinische en histologische factoren een voorspellende waarde. Ze laten toe om de behandeling te individualiseren.

Stadium I

  • Stadium Ia: Gezwel beperkt tot het baarmoederslijmvlies

  • Stadium Ib: Invasie van minder dan de helft van het myometrium

  • Stadium Ic: Invasie van meer dan de helft van het myometrium

Stadium II

  • Stadium IIa: Invasie van de klieren in de baarmoederhals

  • Stadium IIb: Invasie van het steunweefsel van de baarmoederhals

Stadium III

  • Stadium IIIa: Tumor die het baarmoederslijmvlies overwoekert en/of de aanhangsels, en/of positieve cytologie van de buikholte

  • Stadium IIIb: Vaginale uitzaaiingen

  • Stadium IIIc: Uitzaaiingen in de lymfeklieren van het bekken en/of naast de aorta

Stadium IV

  • Stadium IVa: Invasie van het slijmvlies in de blaas en/of de endeldarm

  • Stadium IVb: Uitzaaiingen op afstand met inbegrip van lymfeklieren in de lies en/of uitzaaiingen in de onderbuik

 

Leeftijd
Meestal hebben jongere vrouwen meer kans om te genezen dan oudere vrouwen.

Histologisch type
Vanuit histologisch standpunt onderscheiden we twee grote groepen van kankers van het baarmoederslijmvlies:

  • Klassiek adenocarcinoom van het baarmoederslijmvlies of endometrioïde (type I) vertegenwoordigt 85% van de kankers van het baarmoederslijmvlies.
  • De niet-endometrioïde adenocarcinomen (type II) groeperen de serieuze gezwellen, de gezwellen met heldere cellen en de adenosquameuze carcinomen.

Bijzondere verbanden
Er bestaat een zeer significante correlatie tussen de histologische graad van een endometrioïde adenocarcinoom, de graad van invasie van het baarmoederslijmvlies en de prognose van de kanker. Een hoge gezwelgraad en een diepe penetratie hangen samen met een verhoogd risico op klieruitzaaiingen.

De hormoonreceptoren
De analyse van de hormoonreceptoren voor oestrogeen en progesteron is belangrijk:

  • Ze zijn een prognosefactor die niets te maken heeft met het klinische stadium. Vrouwen met een kanker die gekenmerkt is door de aanwezigheid van hormoonreceptoren, hebben betere vooruitzichten.
  • Het statuut van hormoonreceptoren tegenover progesteron laat toe om te voorspellen hoe een kanker zal reageren op een behandeling op basis van progesteron. Dat betekent een geweldige hulp in de keuze tussen een progestatieve behandeling met een hoge dosis of chemotherapie.

 

Bron: Stichting tegen Kanker