Waar vandaan: Geld & Werk > Pensioen > Overlevingspensioen voor werknemers > Tijdelijk overlevingspensioen
Het tijdelijk overlevingspensioen
- Indien u op het ogenblik van het overlijden van uw echtgenoot de
voorwaarden inzake leeftijd of duur van het huwelijk niet vervult,
kunt u aanspraak maken op een overlevingspensioen voor een periode
van twaalf maanden.
Deze periode van twaalf maanden begint op de eerste dag van de maand van het overlijden indien uw echtgenoot niet gepensioneerd was en op de eerste dag van de maand volgend op het overlijden wanneer hij wel een rustpensioen genoot.
Behalve wanneer het recht op overlevingspensioen ambtshalve wordt onderzocht (zie de aanvraag), kan u slechts een tijdelijk overlevingspensioen worden verleend indien u binnen een termijn van 12 maanden na het overlijden, een aanvraag indient.
- Na schorsing van het overlevingspensioen wegens het niet langer
vervullen van de voorwaarden om het overlevingspensioen voor de leeftijd
van 45 jaar te bekomen, kan het overlevingspensioen u onder bepaalde
voorwaarden gedurende een beperkte periode verder worden uitbetaald.
Het recht op dit tijdelijk overlevingspensioen wordt ambtshalve onderzocht.
- Een eerste mogelijkheid is dat u gedurende minder dan tien
maanden overlevingspensioen heeft genoten en dat dit pensioen
is ingegaan bij het overlijden van uw echtgenoot en zonder onderbreking
werd betaald. In dat geval kunt u op dat overlevingspensioen gerechtigd
blijven gedurende een aantal maanden dat gelijk is aan het verschil
tussen twaalf en het aantal maanden dat u het pensioen terecht
heeft genoten.
Voorbeeld:
Het overlijden heeft plaatsgehad op 4 januari 2001. Het overlevingspensioen werd uitbetaald van 1 januari 2001 tot 30 april 2001, dus gedurende minder dan tien maanden. Als u een tijdelijk overlevingspensioen wordt toegekend, zal dit gebeuren voor de periode van 1 mei 2001 tot 31 december 2001, hetzij voor acht maanden.
- Een tweede mogelijkheid is dat u gedurende minstens tien maanden
het overlevingspensioen heeft genoten. In dat geval kan dat voordeel
u verder worden uitbetaald gedurende twaalf maanden te rekenen
vanaf de maand volgend op de maand waarin de gebeurtenis heeft
plaatsgehad die tot schorsing aanleiding gaf.
De ingangsdatum van het overlevingspensioen heeft hier geen belang. Maar het is noodzakelijk dat u gedurende de laatste tien maanden vóór de schorsing het overlevingspensioen ononderbroken genoten heeft. Deze periode mag geen maanden bevatten waarin het overlevingspensioen tijdelijk werd toegekend of behouden.
Voorbeeld:
Het overlijden heeft plaatsgehad op 4 januari 2001. Het overlevingspensioen werd uitbetaald van 1 januari 2001 tot 30 november 2001, dus gedurende meer dan tien maanden.
Als u een tijdelijk overlevingspensioen wordt toegekend, zal dit gebeuren voor de periode van 1 december 2001 tot 30 november 2002, dus voor 12 maanden.
- Een eerste mogelijkheid is dat u gedurende minder dan tien
maanden overlevingspensioen heeft genoten en dat dit pensioen
is ingegaan bij het overlijden van uw echtgenoot en zonder onderbreking
werd betaald. In dat geval kunt u op dat overlevingspensioen gerechtigd
blijven gedurende een aantal maanden dat gelijk is aan het verschil
tussen twaalf en het aantal maanden dat u het pensioen terecht
heeft genoten.
Bron: Rijksdienst voor pensioenen