Waar vandaan: Geld & Werk > Pensioen > Overlevingspensioen voor werknemers > Pensioenbedrag

Het pensioenbedrag

Het bedrag van uw overlevingspensioen wordt berekend op basis van het rustpensioen van uw overleden echtgenoot (man of vrouw), vastgesteld aan gezinsbedrag.

De berekeningswijze van dit rustpensioen wordt uitvoerig toegelicht in hoofdstuk I, rustpensioen.

Zoals voor het rustpensioen wordt het bedrag van uw overlevingspensioen bepaald door de omvang van de loopbaan als werknemer van uw echtgenoot en door de bezoldigingen die hij heeft ontvangen.

De berekeningswijze van het overlevingspensioen verschilt naargelang uw echtgenoot voor of na de ingangsdatum van zijn rustpensioen overleden is.

1. De echtgenoot is na de ingangsdatum van het rustpensioen overleden

Het bedrag van het overlevingspensioen is in beginsel gelijk aan 80 % van het rustpensioen gezinsbedrag.

De vermindering wegens vervroeging waarmee op het ogenblik van de vaststelling van het rustpensioen eventueel rekening werd gehouden, wordt echter niet toegepast.

2. De echtgenoot is vóór de ingangsdatum van het rustpensioen overleden

In dat geval wordt een theoretisch rustpensioen berekend alsof uw echtgenoot zelf zijn pensioen zou hebben aangevraagd.

Bovendien gelden er enkele bijzondere regels die hierna worden toegelicht.

a. Zoals vermeld in hoofdstuk I, rustpensioen wordt een volledige loopbaan in beginsel bereikt na 45 jaren tewerkstelling of gelijkstelling als werknemer, en, voor een vrouw, na 41, 42, 43, 44 of 45 jaren.

De loopbaanbreuk voor een volledige loopbaan bedraagt dan 45/45 voor een man en voor een vrouw 41/41 tot 31 december 1999, 42/42 tot 31 december 2002, 43/43 tot 31 december 2005, 44/44 tot 31 december 2008 en 45/45 vanaf 1 januari 2009. De teller van de loopbaanbreuk geeft het aantal bewezen jaren weer en de noemer het aantal jaren nodig voor een volledige loopbaan.

De rustpensioenleeftijd blijft voor de vrouw tot 31 december 2002 op 62 jaar vastgelegd. Daarna zal hij als volgt evolueren:

  • 63 jaar vanaf 1 januari 2003,
  • 64 jaar vanaf 1 januari 2006,
  • 65 jaar vanaf 1 januari 2009.

De strikte toepassing van dit principe zou voor gevolg hebben dat de overlevende echtgenoot, bij een vroegtijdig overlijden, nooit recht zou hebben op een volledig overlevingspensioen.

Daarom nemen we aan dat een volledige loopbaan wordt bereikt na een tewerkstelling of gelijkstelling gedurende een periode gelijk aan het aantal jaren vanaf de twintigste verjaardag tot en met het jaar dat voorafgaat aan het overlijden. Dit aantal vormt dan de noemer van de loopbaanbreuk.

Jaren van tewerkstelling of gelijkstelling gelegen vóór het jaar van de twintigste verjaardag kunnen in aanmerking komen om ontbrekende jaren vanaf het jaar van de twintigste verjaardag goed te maken.

Voorbeeld:
Een man overlijdt op de leeftijd van 49 jaar. Hij was werknemer vanaf het jaar van de twintigste verjaardag tot zijn overlijden.

  • Een volledige loopbaan omvat dus 29 jaren.
  • Indien hij slechts 27 jaren werknemer was, bedraagt de loopbaanbreuk 27/29; Dat wordt op 29/29 gebracht indien hij voor het jaar van de twintigste verjaardag twee jaren werknemer was.
  • Indien hij meer dan 29 jaren werknemer was, nemen wij de 29 jaren die het voordeligste pensioen opleveren.

b. Door de kortere duur van de in aanmerking te nemen loopbaan is het mogelijk dat het bedrag van het overlevingspensioen relatief hoog is. Het aandeel van de recente, meestal meer gunstige, loonjaren is immers groter. Teneinde te vermijden dat de overlevende echtgenoot van een jonge werknemer bevoordeligd zou worden ten opzichte van de weduwe of weduwnaar van een werknemer die op latere leeftijd of na pensionering overleden is, wordt het overlevingspensioen beperkt.

Om het bedrag van die beperking vast te stellen is een tweede berekening van het rustpensioen nodig. Daarbij neemt men aan dat de overledene een normale volledige loopbaan heeft vervuld (45 jaren voor een man, 42, 43, 44 of 45 jaren voor een vrouw).

Voor de jaren die daartoe aan de loopbaan worden toegevoegd, neemt men de forfaitaire bezoldiging voor een tewerkstelling als arbeider of bediende vóór 1955 in aanmerking.

Het overlevingspensioen wordt beperkt tot het bedrag van het aldus berekend rustpensioen, aan gezinsbedrag, vermenigvuldigd met de werkelijke loopbaanbreuk vastgesteld bij de berekening vermeld onder a.

Bron: Rijksdienst voor pensioenen

Hebt u nog vragen?

KBCPraat er dan over met een medewerker van uw KBC-bankkantoor of met uw KBC-agent. U kunt ook bellen naar het KBC-Telecenter op het nummer 078 152 153. Op werkdagen van 8 tot 22 uur en op zaterdag en banksluitingsdagen van 9 tot 17 uur.
U kunt ook schrijven, faxen, mailen of surfen naar:
KBC-Telecenter, Schoenmarkt 35, 2000 Antwerpen; Fax: 03 283 29 50; E-mail: kbc.telecenter@kbc.be; Website: www.kbc.be