De behandeling van arteriële hypertensie voorkomt cerebrovasculaire accidenten.

Professor M. Leeman, Clinique d’Hypertension Artérielle, Erasmus Ziekenhuis, Brussel

Het cerebrovasculair accident (CVA) wordt schematisch ingedeeld in het ischemisch CVA (80% van de CVA’s) en het hemorragisch CVA (20%), waarvan de prognose negatiever is. Arteriële Hypertensie (AHT) is de belangrijkste te wijzigen risicofactor voor CVA :

• Ze wordt in verband gebracht met 60% van de CVA’s.
• Het is een ononderbroken risico, met andere woorden, hoe hoger de bloeddruk, des te hoger is het risico op CVA
• De systolische bloeddruk is een belangrijker determinant dan de diastolische bloeddruk.
• AHT predisponeert meer tot een hemorragisch CVA dan tot een ischemisch CVA.

Talrijke klinische studies bewijzen dat de behandeling van AHT in grote mate CVA’s voorkomt. Behandeling van AHT vermindert het risico op CVA met ongeveer 40% in vergelijking met niet-behandeling (placebo). Of beter gezegd, een daling van de systolische arteriële bloeddruk met 10 à 12 mm Hg en van de diastolische arteriële bloeddruk met 5 à 6 mm Hg vermindert het risico op CVA met 38%. We willen hierbij ook in herinnering brengen dat AHT zowel met niet-farmacologische maatregelen als met geneesmiddelen kan worden behandeld.

Niet-farmacologische maatregelen (gewichtsverlies in geval van zwaarlijvigheid, vermindering van het zoutverbruik, gematigd gebruik van alcohol, regelmatige lichaamsbeweging) : alhoewel vaak verwaarloosd door de patiënten (en misschien ook wel door de artsen), kunnen deze maatregelen, indien ze nageleefd worden, een significant effect hebben op de bloeddruk en het cardiovasculair risico. Een recente studie toont bijvoorbeeld aan dat de regelmatige consumptie van fruit en groenten de bloeddruk, en dus ook het risico op CVA, verlaagt.

Behandeling met geneesmiddelen : de meeste hypertensie-patiënten hebben een behandeling met geneesmiddelen nodig. Momenteel zijn er vijf klassen geneesmiddelen die als eerste keuze worden aanbevolen : diuretica, bètablokkers, calciumantagonisten, ACE-inhibitoren, antagonisten van de angiotensine-receptoren. Deze geneesmiddelen werken in op de verschillende mechanismen die verantwoordelijk zijn voor AHT en moeten vaak worden gecombineerd om de hoge bloeddruk onder controle te houden. Uit verschillende studies kunnen we hetgeen volgt besluiten :

• Alle klassen van de hierboven vermelde antihypertensiva verminderen significant het risico op CVA.
• « The lower the better » : hoe meer de bloeddruk daalt door de behandeling, des te beter is de cardiovasculaire preventie.
• De behandeling met antihypertensiva heeft een gunstig effect op alle hypertensie-patiënten, zowel jong als oud (boven 80 jaar), maar ook op normotensieve patiënten met een hoog cardiovasculair risico, zoals diabetische patiënten of patiënten die reeds een CVA hadden.
  

Referentie. International Society of Hypertension : statement on blood pressure lowering and stroke prevention. J Hypertens 2003 ; 21 : 651-663