Waar vandaan: Juridisch advies > Een hoogstammige boom wordt een "onwettig geplande boom"!
Een hoogstammige boom wordt een "onwettig geplande boom"!
Juridisch advies
| < Vorige | Archief | Volgende > |
Door omstandigheden zijn wij verzeild geraakt in een benarde situatie. Wij wonen op een stuk grond van 30a waarvan het naastliggend perceel vorig jaar door ons verkocht werd voor bouwgrond. De kopers bouwden er ondertussen een huis op. Tot dusver geen probleem ware het niet dat op minder dan één meter van de scheidingslijn (ontstaan door de afsplitsing van het stuk bouwgrond) een oude eikenboom staat op ons perceel. Deze buren klagen nu over het feit dat deze eikenboom niet op de juiste wettelijke plantafstand staat. Wij zien het echter niet zitten om deze, meer dan 30 jaar oude boom, weg te doen. Zij hebben er echter al mee gedreigd naar de vrederechter te stappen. Wij stellen ons nu de vraag hoe de vrederechter daarover zou oordelen?
U bent inderdaad in een rare situatie terechtgekomen.
Het is zo dat volgens artikel 35 van ons Veldwetboek elke hoogstammige boom op een afstand van 2m van de scheidingslijn moet geplant worden. Doch in uw geval zitten we in een andere situatie. De boom staat er al meer dan 30 jaar en is dus niet recentelijk geplant!
Over dergelijke situaties bestaat er echter rechtspraak. Dit betekent dat vrederechters zich reeds over identieke gevallen hebben moeten uitspreken. Wij geven hieronder een overzicht van een recente uitspraak. Zo krijgt u enig idee hoe de uitspraak kan luiden.
Wij merken hier wel op dat elke vrederechter op soevereine wijze oordeelt. Het is dus best mogelijk dat een andere vrederechter in een identieke situatie toch een ander oordeel velt.
De feiten in deze zaak
X is eigenaar van een perceel grond. Op deze grond bevindt zich een oude tamme notenboom.
X verkoopt een deel van deze grond als bouwgrond. Hierdoor ontstaat eveneens een ietwat rare situatie, nl de notenboom komt door de opsplitsing op slechts 58 cm van de scheidingslijn te staan, terwijl normaal gezien deze afstand 2m moet zijn (artikel 35 Veldwetboek).
Het perceel bouwgrond wordt dus bebouwd en de inwoners kunnen zich niet verzoenen met het feit dat deze boom te kort op de scheidingslijn staat. De boom staat er meer dan 30 jaar en X weigert hem weg te doen. De eigenaars van het huis gaan hier niet mee akkoord en stappen naar de vrederechter.
Beoordeling door de vrederechter
Volgens de ter zake geldende wetgeving moet een hoogstammige boom op 2m van de scheidingslijn geplant worden. Is dit niet het geval dan heeft de nabuur het recht op grond van artikel 36 van het Veldwetboek de rooiing van de boom te vorderen.
De vrederechter stelt dat de eigenaar van de boom (X) het recht kan verkrijgen om deze boom op een kortere afstand dan de wettelijke te mogen hebben nl.
- door een titel;
- door een dertigjarige verjaring;
- door bestemming van de huisvader.
Wanneer beide delen van een erf aan twee verschillende mensen gaan toebehoren en de inrichting van deze twee delen blijft ongewijzigd, dan ontstaat er volgens deze vrederechter een "erfdienstbaarheid door de bestemming van de huisvader".
Dit betekent concreet door de wil van diegene die eenmaal eigenaar was van beide delen van het betrokken erf.
In dit concreet geval is de boom reeds meer dan 30 jaar geleden geplant geweest door de toenmalige eigenaar van de beide percelen, dus vóór dit erf gesplitst werd.
Hierdoor is volgens de vrederechter voldaan aan de voorwaarden van artikel 693 van ons Burgerlijk Wetboek, volgens dewelke een erfdienstbaarheid kan verkregen worden door middel van de bestemming van de huisvader.
Het erf waarop de boom werd geplant wordt het heersend erf, terwijl het aanpalende erf (eigendom van de inwoners van de nieuwe woning) het lijdend erf wordt. Het gaat hier dus om een "erfdienstbaarheid om de boom op een kortere afstand te behouden dan de wettelijke."
Vermits het hier gaat om een voortdurende, zichtbare erfdienstbaarheid kan ze gevestigd worden door de bestemming van de huisvader.
Volgens artikel 692 van ons Burgerlijk Wetboek geldt deze "bestemming van de huisvader" als een titel, met als gevolg dat de eigenaars van de woning deze titel zullen moeten eerbiedigen.
Eisers (eigenaars van de nieuwe woning) krijgen dus ongelijk; de boom zal niet moeten gerooid worden!
Vrijdag 24 Juli 2009