Huuropzeg: toch aan beide echtgenoten samen?

Juridisch advies

< Vorige	Archief	Volgende >

 

Wij verhuren een woning aan een jong en pas gehuwd koppel. Wij overwegen nu om deze woning zelf te gaan betrekken en deze huurders op te zeggen. Iemand maakte er ons attent op dat we voorzichtig moeten zijn met het verzenden van de opzegbrief want dat deze eigenlijk afzonderlijk aan elk der echtgenoten moet toegestuurd worden. Dit op straffe van nietigheid van de opzeg. Is dit werkelijk zo?

 

De wettelijke bepalingen terzake

 

Ons Burgerlijk Wetboek voorziet in een aantal wederzijdse rechten en verplichtingen tussen echtgenoten. Zo wordt bijvoorbeeld de echtelijke woonplaats door beide echtgenoten gekozen en dit in onderling overleg. Wat betreft nu deze echtelijke verblijfplaats is het zo dat de ene echtgenoot zonder de toestemming van de andere echtgenoot noch onder bezwarende titel, noch om niet onder de levenden, kan beschikken over de rechten die hij op deze woning heeft.

Hetzelfde geldt voor de aanwezige huisraad. Hij kan evenmin dit goed bezwaren met een hypotheek zonder de instemming van de andere echtgenoot.

 

Gaat het om een gehuurde woning dan is het zo dat het recht op de huur van deze echtelijke woning die de echtgenoten tot voornaamste woning dient en die door één van hen werd gehuurd, aan beide echtgenoten gezamenlijk toebehoort. Dit zelfs indien één der echtgenoten de woning reeds huurde vóór het huwelijk.

Dit brengt ook met zich mee dat alle opzeggingen en kennisgevingen van exploten met betrekking tot de huur, steeds moeten toegezonden worden of betekend worden aan elk der echtgenoten afzonderlijk of uitgaan van beide echtgenoten gezamenlijk.

 

Hieruit kan men dus afleiden dat een verhuurder die zijn gehuwde huurders wenst op te zeggen, aan elk afzonderlijk een opzegbrief zal moeten toesturen. Sommige rechtsgeleerden menen echter dat deze regel alleen van toepassing is indien de huurovereenkomst slechts door één der echtgenoten werd afgesloten. Anderen zijn het hier dan weer niet mee eens en stellen dat deze afzonderlijke kennisgeving eveneens moet toegepast worden indien beide echtgenoten de huurovereenkomst hebben afgesloten! Ook de rechtspraak blijkt hierover uiteenlopende meningen te hebben!

Een voorbeeld uit de praktijk volgt.

 

De feiten en omstandigheden

 

Jan en Nele zijn de huurders van een woning waar zij reeds geruime tijd als echtgenoten wonen. Wim is de verhuurder en zegt op een bepaald moment Jan en Nele op. Hij stuurt deze opzegbrief naar "De Heer en mevrouw...". De huurders Jan en Nele zijn het hier niet eens met deze opzegging omdat ze niet elk afzonderlijk op de hoogte werden gebracht en eenzelfde opzegbrief aan hen beiden gezamenlijk werd verstuurd! Huurders en verhuurder komen hier niet tot een akkoord en het is nu aan de rechter om zich over deze feiten uit te spreken.

 

Na onderzoek stelt de rechter vast dat zowel Jan als Nele de aangetekende opzegbrief bij afgifte hadden ondertekend! De rechter oordeelt daarom dat hierdoor beide echtgenoten kennis hebben genomen van de opzeg en dit ook door beiden deze kennisname bevestigd werd door hun ondertekening! De rechter vindt dat dan ook voldaan wordt aan de wettelijke bepaling van artikel 215, §2 van ons Burgerlijk Wetboek waarbij gesteld wordt dat opzeggingen steeds aan elk der echtgenoten afzonderlijk moeten gezonden worden!

De opzeg wordt dus geldig verklaard en Jan en Nele moeten hun woning verlaten tegen de vooropgestelde termijn.

 

Vrijdag 12 Augustus 2011