Waar vandaan: Juridisch advies > Schrijnwerker aansprakelijk voor houtwormen?

Schrijnwerker aansprakelijk voor houtwormen?

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Ongeveer zeven jaar geleden lieten wij een nieuwe garage bijbouwen. Daar wij de garage wilden bouwen in de stijl van onze woning, verwerkten wij heel wat hout in deze garage.

Nu blijkt dat dit hout door houtwormen aangetast is. Het hout werd geleverd door de schrijnwerker zelf. Wij stellen ons nu de vraag of wij de aannemer-schrijnwerker hiervoor aansprakelijk kunnen stellen. Wat denkt u?

In de eerste plaats moet er nagegaan worden wat de verplichtingen van de schrijnwerker zijn op het ogenblik van het afsluiten van het aannemingscontract. Er zal daarna moeten nagegaan worden of de schrijnwerker zich al dan niet aan deze verplichtingen gehouden heeft, of hij een fout heeft begaan, of het wel gaat om een ernstig gebrek enz...

Kortom kan men dus stellen dat het niet is omdat u houtworm vaststelt in het door de schrijnwerker geleverde en gebruikte hout, dat hij ook automatisch aansprakelijk zal zijn voor de schade die u opliep.

In het algemeen kan men stellen dat de schrijnwerker ertoe gehouden is om zijn werk tijdig tot stand te brengen en dit te doen op een vakkundige manier. De overeenkomst welke werd afgesloten tussen de schrijnwerker en uzelf kan tal van bijzondere verplichtingen bevatten en dit voor beide partijen. De partijen dienen zich dan ook te houden aan deze tot stand gekomen bijzondere verplichtingen. Dit principe is trouwens vervat in het artikel 1135 van ons Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat overeenkomsten niet alleen verbinden tot hetgeen daarin uitdrukkelijk bepaald is, maar ook tot alle gevolgen die door de billijkheid, het gebruik of de wet aan de verbintenis, volgens de aard ervan worden toegekend.

De belangrijkste verplichting van de aannemer is ongetwijfeld deze waarbij hij het werk dat hij op zich heeft genomen, ook maakt. Hij moet dus datgene doen waartoe hij werd aangenomen en waartoe hij zich verbonden heeft. Bovendien moet hij dit werk ook tijdig voltooien en op een volledige manier. Hij moet dit doen ofwel zoals het werd afgesproken in de overeenkomst, ofwel zoals bepaald wordt door de gebruiken of door de regels van goed vakmanschap, ofwel zoals elk ander aannemer van hetzelfde vakgebied dit zou doen.

Zijn werk "goed" uivoeren, betekent voor de schrijnwerker-aannemer dat hij gebruik moet maken van materialen die geschikt zijn voor de werkzaamheden die hij moet uitvoeren.

De overeenkomst moet dus "te goeder trouw" worden uitgevoerd. Deze "goede trouw" is niet alleen van toepassing voor het werkelijk verrichten van de werkzaamheden, maar eveneens voor alle andere voorwaarden welke in de overeenkomst bepaald werden (bv termijn van levering).

Is het werk dat door de schrijnwerker werd uitgevoerd van "mindere kwaliteit" dan hetgeen overeengekomen werd, of is het werk behept met gebreken waarvan de schrijnwerker zich had moeten vergewissen en die zijn collega's zeker voorkomen zouden hebben, dan kan men stellen dat de schrijnwerker zijn verplichtingen niet is nagekomen!

De aansprakelijkheid van de schrijnwerker-aannemer

Zoals al werd aangehaald, zal de aannemer aansprakelijk zijn indien hij een fout heeft gemaakt. Een dergelijke fout kan bijvoorbeeld zijn: het afwijken van plannen, gebreken ontstaan door een slechte uitvoering, gebreken in de bouwmaterialen enz...

Elke aannemer kent het principe van de tienjarige aansprakelijkheid. Dit principe ligt vast in artikel 1792 van ons Burgerlijk Wetboek. Het stelt duidelijk dat indien een gebouw dat tegen een vaste prijs is opgericht, geheel of gedeeltelijk teniet gaat door een gebrek in de bouw, zelfs door de ongeschiktheid van de grond, dan zijn de architect en de aannemer daarvoor gedurende tien jaar aansprakelijk. Artikel 2270 voegt daaraan toe dat na verloop van deze tien jaar de architect en de aannemer ontslagen zijn van hun aansprakelijkheid met betrekking tot de grote werken die zijn hebben uitgevoerd of geleid.

Indien een gebrek in het gebouw of bouwwerk van dien aard is dat het de stevigheid ervan in het gedrang brengt, dan kan de aannemer eveneens aansprakelijk gesteld worden gedurende tien jaar (dus op basis van artikel 1792 BW) voor de zichtbare gebreken.

Gaat het om "lichte zichtbare gebreken" dan kan men stellen dat deze gedekt zijn vanaf de aanvaarding van de bouwwerken (dit is dus eigenlijk bij de definitieve oplevering).

Wat nu precies moet aanzien worden als een "licht zichtbaar gebrek" of een "zichtbaar gebrek", zal door de rechter op een soevereine manier moeten bepaald worden.

Besluit

Wij raden u aan om in de eerste plaats deze schrijnwerker in gebreke te stellen. Bovendien wordt er in dergelijke zaken meestal een gerechtsdeskundige aangesteld die de juiste omstandigheden zal onderzoeken. Komen jullie onderling niet tot een akkoord, dan zal u deze zaak voor de rechter moeten brengen en zal deze zich moeten uitspreken over deze situatie.

Vrijdag 21 Oktober 2011

 

 

rss