Waar vandaan: Juridisch advies > Schade opgelopen in de carwash!

Schade opgelopen in de carwash!

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Een paar maanden geleden reed ik met mijn wagen naar een self-carwash. Op een bepaald moment begon ik echter te slippen en kwam ik terecht tegen de muur van de carwash. Achteraf bleek dat de nattigheid die zich op de grond bevond, licht aangevroren was. Op de carwash installatie hangt een bordje waarop vermeld staat dat de uitbater niet verantwoordelijk is voor ongevallen!

Daar ik toch kosten had aan mijn wagen, stel ik mij de vraag of een dergelijk bordje wel wettelijk is? Sluit de aanwezigheid van dit bordje elke aansprakelijkheid van de uitbater uit? Werden dergelijke zaken al in de praktijk beoordeeld?

 

De zogenaamde "bevrijdingsbedingen"

 

In de eerste plaats kan men stellen dat de carwashuitbater de mogelijkheid heeft om een dergelijke tekst mede te delen aan zijn klanten. De vraag stelt zich echter of deze clausule effectief geldig is! Dergelijke "exoneratiebedingen" zijn mogelijk, maar er zal toch rekening moeten gehouden worden met een paar bepalingen.

Partijen zijn trouwens vrij om de inhoud van hun overeenkomsten te bepalen, mits dwingende wetsbepalingen in acht worden genomen. Zijn deze bevrijdingsbedingen echter strijdig met deze dwingende wetsbepalingen, dan zijn zij uiteraard nietig.

In de praktijk komen "aansprakelijkheidsbedingen" of "bevrijdingsbedingen" veelvuldig voor.
Bij deze bedingen proberen de partijen af te wijken van hun contractuele aansprakelijkheid.

 

Zijn deze clausules rechtsgeldig?

 

Tegenwoordig wordt aangenomen dat partijen in principe van het gemeen recht betreffende contractuele aansprakelijkheid mogen afwijken.

De rechtsgeldigheid van deze aansprakelijkheidsbedingen is aan geen enkele vormvereiste onderworpen. Deze bedingen mogen zelfs berusten op een stilzwijgende, doch wel een zekere instemming van de partijen. Het is wel zo dat een "exoneratiebeding" slechts gevolg kan hebben indien de aansprakelijke kan aantonen dat de schadelijder het beding ook effectief aanvaard heeft. Een dergelijke aanvaarding kan echter niet afgeleid worden uit het louter betreden van een terrein.

 

Concreet zijn deze aansprakelijkheids- en bevrijdingsbedingen rechtsgeldig.

Toch bestaan er een drietal uitzonderingen nl. het bedrog, de ontkrachting van de overeenkomst en wettelijke verbodsbepalingen.

Men kan zich dus niet bevrijden van zijn bedrog of opzettelijke fout.

De "ontkrachting van de overeenkomst"; hier wordt bedoeld dat het bevrijdingsbeding niet tot gevolg mag hebben dat de inhoud of de zin zelf van de overeenkomst aangetast wordt.

In een ander aantal gevallen zijn bevrijdingsbedingen verboden omdat de wet zelf ze verbiedt.

Zo zijn bijvoorbeeld nietig : bevrijdingsbedingen betreffende zware fout bij verzekeringen, of bedingen waarbij men zich onttrekt aan de strafrechtelijke aansprakelijkheid.

 

Er kan dus gesteld worden dat de uitbater van een carwash zich van zijn aansprakelijkheid kan ontdoen, mits rekening te houden met bovenstaande bepalingen. Uiteraard is het in de praktijk zo dat indien partijen onderling niet tot een regeling komen, de rechter zich zal moeten uitspreken over de geldigheid van een dergelijk beding. Hoe hij dit doet illustreren we aan de hand van onderstaand praktijkgeval.

 

Hoe beslist de rechter hierover in de praktijk?

 

Onlangs sprak de rechter zich uit over een gelijkaardig geval. Victor was hier  met zijn wagen naar de self-carwash gereden; hij ging schuiven en kwam tegen de installatie terecht. Zijn auto was geslipt op de ijsvorming die zich had voorgedaan ten gevolge van de aanwezigheid van vocht dat door een mechanische oorzaak op de toegang tot de installatie was terecht gekomen. Ook hier bevond zich een bordje (op de installatie zelf!) dat de uitbater niet aansprakelijk kon gesteld worden voor ongevallen.

Victor meent echter dat hem geen enkele schuld treft en daar hij met de carwashuitbater niet tot een overeenkomst komt, stapt hij naar de rechter.

 

In de eerste plaats spreekt de rechter zich uit over de geldigheid van het "exoneratiebeding".

Hij is de mening toegedaan dat het niet rechtsgeldig is. Vooreerst omdat de carwashuitbater niet kan aantonen dat Victor het beding zou aanvaard hebben. Volgens de rechter moet een dergelijke aanvaarding omstandig zijn en kan ze niet afgeleid worden door het louter betreden van een terrein. Het ongeval was hier bovendien al ontstaan vooraleer Victor het bordje had kunnen lezen! Daarenboven werd het bordje opgehangen op de installatie zelf, waardoor volgens de rechter de vraag rijst of de exoneratie alleen betrekking heeft op ongevallen die zich voordoen tijdens het wassen van de wagens?!

 

Ten tweede spreekt de rechter zich ook nog uit over de aansprakelijkheid van de carwashuitbater zelf. Victor meent echter dat deze aansprakelijk is op grond van artikel 1384, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat men aansprakelijk is voor zaken die men onder zijn bewaring heeft en die gebrekkig zijn. Een zaak is gebrekkig indien zij een abnormaal kenmerk vertoont, haar alsdusdanig ongeschikt maakt voor een normaal gebruik ervan volgens haar bestemming en hierdoor aan derden schade kan toebrengen.

De rechter is de mening toegedaan dat het hier gaat om ijsvorming en niet om ijzelvorming. Dit laatste is een natuurlijk fenomeen, terwijl de ijsvorming hier is een mechanische oorzaak heeft. Vanaf het ogenblik dat een weg, voetpad e.a. een abnormaal kenmerk vertoont, beantwoordt deze weg niet meer aan een normale en veilige structuur. De rechter is daarom van oordeel dat door de ijsvorming de toegang tot de carwash behept was met een gebrek. Zonder het gebrek zou het ongeval en de schade zich niet hebben voorgedaan. De carwashuitbater moet in deze zaak als volledig aansprakelijke aanzien worden.

 

 

Vrijdag 06 April 2012

 

 

rss