Waar vandaan: Juridisch advies > Is er sprake van

Is er sprake van

Juridisch advies

< Vorige Archief Volgende >
     

Er woedt brand in een woning. Ondanks het feit dat de brandweer al het mogelijke doet om de brand te beheersen en te blussen, slaat hij over naar een naastliggend huis.

Ook dit pand loopt aanzienlijke schade op. Het spreekt voor zich dat de eigenaar van dit huis recht heeft op een vergoeding voor deze opgelopen schade. Op basis van welke wetgeving zal dit gebeuren en hoe oordeelt de rechter in de praktijk over een dergelijke overslaande brand?

Aansprakelijkheid van eigenaar en/of huurder

In eerste instantie zal bij brand een onderzoek moeten plaats vinden om na te gaan wat of wie deze brand precies heeft veroorzaakt. De eigenaar kan aansprakelijk zijn voor de brand en zal dan allicht vergoed worden door zijn brandverzekering, tenzij uiteraard zou blijken dat hij een zware of opzettelijke fout heeft gemaakt. Blijkt echter dat iemand anders een fout beging (bijvoorbeeld een firma die werkzaamheden uitvoerde binnen de woning en een fout maakte waardoor de brand ontstond), dan kan hij zich tegen deze firma keren en aldaar de schade terugvorderen.

Wordt de woning verhuurd, dan kan de huurder aansprakelijk gesteld worden voor de brand. Volgens de artikels 1732 en 1733 van het Burgerlijk Wetboek is de huurder aansprakelijk voor de beschadigingen of de verliezen die gedurende zijn huurtijd ontstaan, tenzij hij bewijst dat die buiten zijn schuld hebben plaatsgehad. Verder is hij eveneens aansprakelijk voor brand, tenzij hij hier eveneens kan aantonen dat de brand ontstond buiten zijn schuld.

Is een overslaande brand "burenhinder"?

Deze vraag moet bevestigend worden beantwoord. Hinder die veroorzaakt wordt door dreigende voorvallen zonder fout aan naburen zoals bijvoorbeeld brand, is een vorm van burenhinder.

De grondslag voor deze redenering moet gezocht worden in artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek. Dit artikel stelt dat eigendom het recht is om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.

Op basis van dit wetsartikel stelt de Belgische Rechtspraak dat buren onderling schade kunnen ondervinden door de uitoefening van dit eigendomsrecht, zelfs indien er geen enkele fout werd begaan. Een dergelijke foutloze objectieve aansprakelijkheid geeft aanleiding tot de zogenaamde "evenwichtsleer".

Deze leer houdt in dat buren op een gelijkaardige manier moeten kunnen genieten van hun eigendom en dat ze hiertoe aan elkaar geen overdreven lasten mogen opleggen. Gebeurt dit wel dan is het "evenwicht" tussen de naburige eigendommen verstoord. Dit evenwicht zal dan terug moeten hersteld worden en teruggebracht worden tot de "normale lasten" die op het nabuurschap kunnen wegen. De rechter kan een vergoeding opleggen ter compensatie van deze buitensporige last.

Hoe beoordeelt de rechter een overslaande brand in de praktijk?

In een recent vonnis sprak de rechter zich uit over een overslaande brand.

Het betrof hier een pand waar dakwerkzaamheden uitgevoerd werden. Hiertoe werd een gasbrander gebruikt. Er ontstaat brand die eveneens overslaat naar een naastliggend pand en ook hier aanzienlijke schade aanbrengt.

Na het onderzoek van de deskundige, stelt deze man vast dat er een gebrek was aan een leiding van de gasbrander en dat er verder geen bewijs was van enige manipulatiefout. De rechter volgt dit verslag en neemt als oorzaak van de brand een gebrek aan de gasbrander aan.

De eigenaar van het naastliggend pand (A) vordert uiteraard zijn schade terug bij de eigenaar van het pand waar de brand ontstond (B). A steunt zijn vordering op basis van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek en dus op het principe van "overmatige burenhinder" (zie hierboven).

Om hierop beroep te kunnen doen moeten echter een paar voorwaarden worden vervuld, nl. er moet sprake kunnen zijn van "nabuurschap" tussen het slachtoffer en de partij die de schade toebracht; de ontstane hinder of de geleden schade moet de grens van de normale burenhinder overschreden hebben; en er moet een oorzakelijk verband bestaan tussen de schade en de activiteit van de storende nabuur.

Volgens de rechter zijn al deze voorwaarden in deze zaak voorhanden. Vermits A de buurman is van B en hij schade heeft geleden door de brand die ontstond bij B, is er hier wel degelijk sprake van een oorzakelijk verband tussen de schade en de brand.

Er bestaat in deze zaak echter discussie of er hier sprake kan zijn van een "abnormale burenhinder". In eerdere uitspraken van rechters is al herhaaldelijk geoordeeld dat schade wegens het branden van een gebouw duidelijk abnormale burenhinder is, indien tenminste de last niet meer met gewone middelen kan gekeerd worden. Het feit dat een brandrisico normaal zou zijn voor het bedrijf heeft niet tot gevolg dat brandschade veroorzaakt door de uitbating eveneens normaal zou zijn voor de buren.

In deze zaak sluit de rechter zich aan bij deze reeds bestaande rechtspraak en is hij de mening toegedaan dat een brand die overslaat naar een buur, als abnormale burenhinder dient aanzien te worden.

Vrijdag 08 Februari 2008

 

 

rss