aftelrijmpjes en kinderliedjes ...

[Robol]

Riraroets

Riraroets
wij rijden in een koets
wij rijden in een gouden koets
riraroets

Riraree
wij glijden met een slee
wij glijden met een arreslee
riraree

riraroot
wij varen met een boot
wij varen met een motorboot
riraroot

Ri ra Robbe

[Robol]

Ri ra Raaike

ik heb een boekje gevonden waar er nog enkele instaan die nog niet geplaatst waren, er staan ook vele prentjes bij, maar aangezien die niet te plaatsen zijn, laat ik dat aan jou over...

Doe doe dijne

Doe doe dijne,
laat het zonneke schijnen
laat de regen overgaan
laat de kind'ren naar school toegaan
wie zal ze leren?
onze Lieve Heere !
Wie zal ze leren onthouwe?
onze Lieve Vrouwe !
wie zal ze eten geven?
Sinte Pieter de heilige man
die zijn broodje sparen kan
hij ging al naar zijn hoekje
hij gaf ons elk een koekje
hij ging al naar zijn kapelleke
hij gaf ons elk een velleke
hij ging naar zijn schapraaike
hij gaf ons elk een vlaaike
hij ging naar zijn tafelke
hij gaf ons elk een wafelke
hij ging al naar de buiten
hij kapte zijn hond zijn staartje af
hij gaf er ons elk een stukje af
't laatste stukje was niet goed
wij gooien 't over Sinte Pieter zijne hoed

Robbe

sorry voor dat afkappen van die staart, ik vind 't nogal wreed als hondenliefhebber, maar in die kinderliedjes van vroeger nam men het soms zo nauw niet...

[Raaike]

'k Zit met een paar zinnekes in mijn hoofd.
Het komt van een liedje, maar kan er niet meer opkomen.

..........
Kleine, kleine, moederke alleen
dauw, dauw, dauw, derideine

Kleine, kleine moederke alleen
kan van uw wiegje niet scheiden..........



Raaike

[Tilly]

Moederke alleen


....

Wie zal er ons kindeke douwen
En doet het zijn moederke niet?
Wie zal er zijn dekentjes vouwen,
Dat 't schaars door een holleken ziet?.

Kleine, kleine, moederke alleen,
Douw-douw-douw-derideine
Kleine, kleine, moederke alleen
Kan van uw wiegje niet scheën.

Wie zal naar ons kindeke kijken
Die blozende stoute kapoen?
Wie zal er zijn hemdekens strijken,
Zijn haarke in krullekens doen?

Wie zou voor ons kindeke derven
Haar laatste kruimelke brood?
Wie zou er, wie zou er voor sterven,
En lachen op kind en op dood?

[Robol]

Raaike,
ik ken het liedje wel en zal het ook wel ergens in een boekje staan hebben, zal wel eens zoeken, het begint zo:

Wie zal er zijn kindeke douwen
en doet het zijn moederke niet...

wie zal er voor 't kindeke derven
haar laatste korsteke brood...

zit ook nog in mijn hoofd...

Robbe

[ria (gast)]

In een groen-groen knollen-knollen land,
daar speelden twee haasjes heel parmant,
de ene blies de fluite-fluite fluit
en de andere sloeg de trommel.

Maar openeens kwam daar een jager-jager man,
en die heeft er één geschoten,
en dat heeft naar men zegge-zegge kan
de ander erg verdroten.....

snik-snik-snik....

ria

[Robol]

Hansje Knipperdolletje

Hansje Knipperdolletje
die zat laatst aan de dijk
hij krapte aan zijn bolletje
zijn mutske viel in 't slijk
daar kwam een muisje aangelopen
Hansje, wil je je mutske verkopen?
nee zus, domme zus
wie verkoopt er nu zijn muts???

Robbe

[Raaike]

In Den haag daar woont een graaf
En zijn zoon heet Jantje
als je vraagt waar woont je pa
Dan wijst hij met zijn handje
Met zijn vingertje en zijn duim
Op zijn hoed draagt hij een pluim
Aan zijn arm een mandje
Dag mijn lieve Jantje



Raaike

[Raaike]

Krokusbolletje
Krokusbolletje
kom eens uit je holletje
Met je bloempjes paars en geel
Op een dunne steel (ook wel : groene steel)

Lente is weer in het land
Winter is nu aan de kant
Alle kinderen zijn zo blij
Want het wordt straks mei


Raaike

[Robol]

Wel Annemarieke1.
Wel Annemarieke, waar gaat ga je naar toe?
'k Gaan naar buiten al bij de soldaten
Hopsasa, falala, Annemarie


2.
Wel Annemarieke, wat ga je daar doen ?
Haspen en spinnen, soldaatjes beminnen.


3.
Wel Annemarieke, heb jij er geen man ?
Heb ik geen man, ik krijge geen slagen.


4.
Wel Annemarieken, heb jij er geen kind ?
Heb ik geen kind, ik moet niet zorgen.


5.
Wel Annemarieke, heb jij er geen lief ?
'k Heb er niet een maar 'k heb er wel zeven.


Robbe

[zonneke]

Ik weet niet of dat hier al staat
en of het er wel mag staan
Maar ik heb er al zo dikwijls
aan gedacht, dat ik het ga zetten
Het werd gezongen voor de kleinsten,
en het laatste was dat we samen op ons achterste vielen

Het regent, het regent,
de paadjes worden nat
Er kwamen twee boerinnekes af
en die vielen op hunne gat
...vol chocolat!!!

[zonneke]

Ik weet niet of dat hier al staat
en of het er wel mag staan
Maar ik heb er al zo dikwijls
aan gedacht, dat ik het ga zetten
Het werd gezongen voor de kleinsten,
en het laatste was dat we samen op ons achterste vielen

Het regent, het regent,
de paadjes worden nat
Er kwamen twee boerinnekes af
en die vielen op hunne gat
...vol chocolat!!!

[Robol]

Ik kreeg toevallig de maandkalender 2005 van het wit-gele kruis in handen, op de achterkant van elke maand staan er kinderliedjes...

januari: daar zat een sneeuwwit vogeltje
februari: des winters als het regent
maart: altijd is Kortjakje ziek
april: zeg Roodkapje
enz...

proficiat wit-gele kruis...

Robbe

[zonneke]

ja!! inderdaad
ik ken ze nog allemaal
denk ik
maar eerst even gaan kijken
welke reeds gepost zijn en welke
we nog kunnen posten
om niet in herhaling te vallen

grappig dat ik tweemaal gepost heb
maar het gaat hier soms zoooooo traag

[Raaike]

Tien kleine negertjes, die liepen in de regen,
Maar eentje die wou schuilen gaan
Toen bleven er nog negen.

Negen kleine negertjes, die dwaalden door de nacht,
De ene ging wat al te ver
Toen bleven er nog acht.

Acht kleine negertjes, die wilden wat beleven,
De ene ging met een schip over zee
Toen bleven er nog zeven.

Zeven kleine negertjes, die praatten onder d'les,
Toen werd er een naar huis gestuurd
En bleven er nog zes.

Zes kleine negertjes, die kregen 'n schrik op 't lijf,
Want een viel plots in een ravijn
Toen bleven er nog vijf.

Vijf kleine negertjes, die vluchtten voor een stier,
Die nam er eentje op zijn rug
Toen bleven er nog vier.

Vier kleine negertjes, een heette er Bibi,
En die Bibi, die ging op stap
Toen bleven er nog drie.

Drie kleine negertjes, die klaagden ach en wee,
Want een sloeg met een kano om
Toen bleven er nog twee.

Twee kleine negertjes, die bleven toen alleen,
Van angst liep er toen eentje weg
Toen bleef er nog maar een.

Een klein negertje, die was niet meer te zien,
Die zocht de an'dre negen op
Toen waren er weer tien.



Raaike