aftelrijmpjes en kinderliedjes ...

[Raaike]

Kruibeke,
sorry voor mijn laat antwoorden, maar ik was de hele namiddag weg.
In de topic van de lijst met aftelrijmpjes en kinderliedjes, kan je gaan kijken of het liedje dat je zoek hier al geschreven staat.
Zo zie je achter de titel die alfabetisch gerangschikt is, de pagina staat. Dan kom je terug naar deze topic en moet zo klikken boven of onderaan tot je op de juiste pagina bent.
Zo staat jou gevraagt gedicht " 't is goed in eigen hart te kijken" hier op pagina 6.
Dus begin je van voorafaan en klikt telkens een pagina verder tot op pagina 6 daar vind je het.
Ik was het begonnen en Robol heeft het er helemaal opgezet.
Nog vragen, laat ze gerust horen .
Hartelijke groetjes
Raaike

[Raaike]

Toen wisten ze 't.

Ze gingen wel eens een straatje rond,
Zo'n straatje rond met z'n beien,
En stonden ook soms op 'n hoekje dan stil
Om samen een deuntje te vrijen.
Eerst gingen ze zachtjes aan stap, stap, stap
En dan op de hoek ging het klap, klap, klap
Een paartje, dat zo loopt te vrijen
Waarachtig, 't is wel te benijen.

Zo gingen ze weer 'n straatje rond,
En zuchtend zei een van de beien:
Wat zou d'r mijn vader wel doen, als hij zag
Dat 'k hier met jou liep te vrijen?
En zachter dan anders ging 't stap, stap, stap
En langer dan anders ging 't klap, klap, klap
Een paartje, dat zo loopt te vrijen
Waarachtig, 't is toch te benijen.

Ook vader ging juist een straatje rond,
Al liep hij niet met z'n beien
En net als hij komt op de hoek van de straat,
Daar staat me z'n dochter te vrijen,
Nu voelt er het vrijertje trap, trap, trap
Nu voelt er het vrijstertje klap, klap, klap
Een paartje dat zo moet gaan scheien,
Waarachtig, 't is niet te benijen.


Raaike

[Raaike]

M'n opa
(tekst Annie M. G. Schmidt)
(Hetty Blok en Leen Jongewaard)

Elke zondagmiddag bracht ie toffies voor me mee.
Ik weet nog de spelletjes die opa met me dee,
restaurantje spelen en m'n opa was de kok,
bokkewagen spelen en m'n opa was de bok.

M'n opa, m'n opa, m'n opa,
in heel Europa
was er niemand zo als hij,
M'n opa, m'n opa, m'n opa,
en niemand was zo aardig voor mij.
In heel Europa,
m'n ouwe opa,
nergens zo iemand als hij,
niemand zo aardig voor mij,
in heel Europa,
m'n eigen opa.

Als ik me verveelde ging ik altijd naar em toe.
Hij verzon een spelletje en nooit was ie te moe,
van de dijk af rollen en m'n opa was de dijk,
detectiefje spelen en m'n opa was het lijk.

M'n opa, m'n opa, m'n opa ....... (enz.)

Samen naar de apies kijken, samen naar het strand
en als je geluk had ging je samen naar de brand,
samen op het ijs en met een sleetje in de sneeuw,
leeuwentemmer spelen en m'n opa was de leeuw.
Altijd als we samen waren hadden we plezier,
stierenvechter spelen en m'n opa was de stier.

M'n opa, m'n opa, m'n opa ...... (enz.)



Raaike

[Robol]

Laten we de aprilse grillen vergeten en dromen van wat ons nog te wachten staat...

Al op een meiemorgen vroeg...

Al op een meiemorgen vroeg
ging ik in 't groene woud
de vogels zongen luid genoeg
verscholen in het hout...
Wie vond ik bij de eglantier?
de maagd Cecilia
die speelt op hare gouden lier
het lied der vogels na...

Cecilia, de herderin
onder den eglantier
speelt op haar lier, de ware min:
het allerschoonste lied
en op mijn fluit speel ik gezwind
het vrolijk liedje mee
en alle vogels welgezind
zij fluiten met ons mee...

Laat ons nu zingen allemaal
de lof der zoete mei
met koekoek en met nachtegaal:
de winter is voorbij
Cecilia plukt in 't jonge groen
de bloemen geel en goud
en elke meiemorgen vroeg
ga ik in 't groene woud...

Robbe

auteur is mij onbekend...



de nachtegaal

[Raaike]

Een teddybeer is leuk

Bij ons woont in de achtertuin een bruine beer
Hij slaapt soms in het schuurtje bij regenachtig weer
Wanneer ik uit school kom loop ik even bij hem aan
Hij heeft een schaal met honingkoekjes staan

Een teddybeer is leuk, hij doet ook niemand kwaad
Maar leuker is een bruine beer op dierentuin formaat
Zo beresterk, zo berezacht
Die berekop, die berevacht
Die beregrote bererug
En als je hem wilt knuffelen,
wilt knuffelen, wilt knuffelen
En als je hem wilt knuffelen, dan knuffelt ie terug.



Raaike

[Robol]

Wie kent Jan de mulder?

't Is een oud liedje...

Jan de mulder
met zijne lere kulder
en zijn lere broekje aan
zoude zo gere, zoude zo gere
zoude zo gere te vrijen gaan...


Hier is het vlees en daar is de vis
en daar is het manneke pis
vlees ende vis
manneke pis
en daar is de vogel, die bedriegelijk is...

Hier is de zon en daar is de maan
en daar is de kraaiende haan
zon ende maan
kraaiende haan
en daar...

Hier is het glasen daar is de kan
en daar is de dronken Jan
glas ende kan
dronken Jan
en daar...

Hier is de hond en daar is de kat
en daar is d'Oostindische rat
hond ende kat
Oostindische rat
en daar is de vogel die bedrieglijk is...

Robbe

De windmolen hieronder staat in O.L.V. Lombeek

[Raaike]

Juffrouw Snaterbek(raadselrijmpje)

Er was een huisje wit en glad,
Dat niet een enkel deurtje had,
En waar maar in was een vertrek,
Daar woonde juffrouw Snaterbek.

Zij vond haar huisje wel wat klein,
Wou niet meer opgesloten zijn,
Gauw stiet een gaatje in de wand,
En ging toen reizen door het land.

Een huisje met maar een vertrek,
En daarin juffrouw Snaterbek,
Die 't muurtje breekt en reizen gaat,
Wie is er kinderen die dat raadt ?



antwoord : een eende-ei...

Raaike

[Robol]

Nog 'n dag of tien, dan is het weer mei en leggen alle vogeltjes een ei, alhoewel de meesten er al lang mee bezig zijn en al een kroost zitten op te voeden...

De meimaand

De madeliefjes en de boterbloemen
kleuren overal met wit en geel de weiden.
De merel fluit de winter uit,
de hagedoren geurt
o, de hagedoren geurt langs de wegen...

God geeft de wereld ieder jaar
een koninklijk geschenk
de meimaand die alle mensen nieuw maakt.
Hij geeft de regen en de zon
de bomen en de bloesem
de bomen waar de vogels wonen...

Robbe

[Raaike]

Ja Robol,
en zo gaat de tijd snel verder.
De meimaand is wel een prachtige maand.
Kunnen we na de ijsheiligen eindelijk de bloembakken vol zetten met kleurige bloemen.
Zo ziet alles er veel vrolijker uit.

Mei

De bloemen en knoppen spruiten
Alom over velden en wei.
De vogelen fluiten er schaatrend,
Hun vrolijkste liederen blij.
Tralala.

En over de donkere landen
Komt lichtend de lente gegaan
En draagt met wijd opene handen,
Haar zangen en bloesems aan.
Tralala.

De bloemen en knoppen spruiten
De vogelen zingen zo blij,
En ook in mijn harte daar jubelt
Ja jubelt en bloesemt de Mei.
Tralala.


Raaike

[lutje]

Met de communiefeesten kwam het liedje boven
dat ik als 6 jarige mocht zingen bij mijn communie

Jezuke lieve vriend
waar hebben wij 't toch verdiend
Dat je in ons hartje wou komen
daar met uw liefde gaan wonen
Kom toch, kom toch
Jezuke klein
kom toch alle dagen
zie hoe vurig en welgezind
al uwe kindjes het vragen


Lutje

[piepje]

dit versje stont op mijm eerste komunie prentje mei 1956

als een dauwdrop viel
Jezus op mijn reine kinderziel
Mijn hartje is Uw klein altaar
O rust er schoon,blijf steeds daar
O Jezus bewaar mijn harte rien
Zegen allen die mij dierbaar zijn

piepje

[Raaike]

Zoek de zon op

Als het zonnetje weer schijnt
En de koude loopt op z’n eind,
Krijg je het heerlijke gevoel
Alsof de crisis ook verdwijnt.
Alles trekt naar bosch en zee.
Want daar is het weer oké
En de menschen, dieren, bloemen,
Planten, allen juichen mee:

Refrein
Zoek de zon op---die is zoo fijn,
Want een beetje zonneschijn,
dat moet er zijn;
’t Staat wel aardig zoo’n mahoniehouten huid,
Maar als je boter op je hoofd hebt
Blijf er dan liever uit!

Ik ken menschen rijp en groen
Die zijn arm met een millioen
Die niet weten wat ze met
De gouden tientjes moeten doen.
Als ze klagen aan m’n kop,
’k Maak geen rente, ’k heb een strop.
Geef ik ze als eenig antwoord
Met de boodschap ......Hoepel op!

’k Heb een heele beste vrind
Die de zon innig bemint
Maar zich opwindt als een kind
Als je de zon niet prachtig vindt.
Schaduw brengt hem van de wijs
Zon zegt hij, tot elke prijs.
Daarom zingt ie in het gasthuis
Met z'n hoofd tusschen het ijs
°°°°°

Dit komt uit een oud vergeeld boekje zonder jaartal
Geschat begin jaren 1910 - 1920



Raaike

[Robol]

In de tijd dat ik nog een (b)engeltje was stond volgende tekst op mijn communieprentje:

Verheugt u met mij, allen,
Op deze plechtige dag
Dat ik mijn doopbeloften
Voor God vernieuwen mag.

En mocht de spijs des Heren,
Die mij ten dele viel,
Mij sterken in mijn streven
Tot adel van mijn ziel.

Robbe

[Raaike]

Dronken Joe

Er was er eens een arme man,
zijn naam was dronken Joe.
Die had op zolder neergezet,
een oude whisky koe.
En als hij trek in een slokkie had,
wat zeker weleens kon.
Klom hij het wenteltrapje op,
naar de whisky zonder bon.

Ref:
Ja, ja, ja, Prik, Prik, Prikkebeen,
waar ga jij vanavond heen,
links, rechts, troelala,
we gaan je achterna.

‘t Was jammer voor de arme man,
verboden bij de wet.
Dat hij zijn lopend whiskyvat,
op zolder had gezet.
De ambtenaren van ‘t accijns,
kregen de lucht ervan.
Ze verzegelden de uiers,
en arresteerden de arme man.

Ref.

De koe die niet gemolken werd,
die voelde zich niet wel.
Ze sloop het wenteltrapje af,
en sprong toen uit haal vel.
De whisky spatte in het rond,
bij straaltjes langs de wand.
De dood van het arme dier,
werd zeer betreurd in ‘t ganse land.

Ref.

En toen de koe begraven werd,
toen kwam ze onder het zand.
En dronken Joe stond met verlof,
wenend aan de kant.
Maar toen hij om zich henen keek,
stond hij gewoonweg paf,
jeneverbessen groeiden welig op het dier haar graf.



Raaike

[Robol]

Ik zag Cecilia komen...

Ik zag Cecilia komen
langs ene waterkant
Ik zag Cecilia komen
met bloemen in haar hand
Zij zag naar hare herder
de herder Floriaan
die ook zijn schaapjes weidde
al langs dezelfde baan.
Cecilia ging zingen:
haar hart docht haar 't onspringen.
Dit hoorde hare herder
hij kwam bij haar terstond
en kuste zijn Cecilia
aan hare rode mond.



Robbe