Het risicospectrum

• Het risicospectrum geeft een overzicht van de verhouding risico/rendement van een aantal beleggingsinstrumenten.
  
  
• Hoe hoger in de piramide, hoe lager het risico
  
  
• De gekleurde balken geven de vork aan waarbinnen het rendement van een beleggingsinstrument op jaarbasis met 90% waarschijnlijkheid zal schommelen op 1, 5 en 10 jaar.
  
  
• Men stelt vaak dat risico afneemt in de tijd. Dat is niet zo: risico neemt zelfs toe in de tijd. Die toename is wel relatief kleiner dan die van het rendement. Het risico neemt namelijk toe met de , terwijl het rendement (r) toeneemt met ((1+ r)tijd-1). Gevolg is dat het interval, waarbinnen het verwachte rendement op jaarbasis schommelt, verkleint naarmate de looptijd groter wordt.
  

Voorbeeld:
Het rendement op jaarbasis van een belegging met een verwacht rendement van 7,25% en een volatiliteit van 15 op jaarbasis zal met 99% zekerheid schommelen tussen:

• Aangezien er beleggingsfondsen bestaan voor alle activaklassen, vindt u ze terug op alle ‘verdiepingen’ van deze risicopiramide
  
  
• Een individueel aandeel kent het grootste risico omdat u zowel het specifieke als het marktrisico loopt:
  
  
  • het specifieke (bedrijfs)risico: risico verbonden aan die onderneming (bv. het risico op een faillissement). Dit risico wordt niet vergoed omdat u het kunt vermijden door een spreiding over bij voorkeur meer dan 70 aandelen
    
    
  • het marktrisico kunt u niet vermijden. Ook al zou u belegd geweest zijn in alle beursgenoteerde aandelen op wereldschaal, dan nog zou uw portefeuille gedaald zijn op 11-09-2001, kort na de terroristische aanslag op de WTC-torens in New York.

Het marktrisico wordt vergoed met een risicopremie. Maar: het risico vormt slechts een kader. Het risico van elke belegging varieert, afhankelijk van de economische omgeving.