Chemotherapie borstkanker

Borstkanker: Chemotherapie

In tegenstelling tot chirurgie of radiotherapie, die plaatselijke behandelingen zijn, maakt men bij chemotherapie gebruik van een of meerdere geneesmiddelen die zich over het hele lichaam verspreiden. Naargelang de situatie past men chemotherapie voor of na de chirurgische ingreep toe.

Artsen praten vaak over hulpchemotherapie.
Deze term betekent dat de chemotherapie dient om de kankercellen te vernietigen die zich in de micrometastasen of de vastgestelde uitzaaiingen bevinden en die niet onder de plaatselijke behandelingen vallen.

Meestal gaat men van start met chemotherapie in de loop van de eerste maand die volgt op de operatie. Buiten enkele specifieke gevallen, past men geen chemotherapie toe voor de chirurgische ingreep.

Bijwerkingen bij chemotherapie
De gebruikte geneesmiddelen vernietigen de kankercellen, maar ook een groot aantal gezonde cellen die de eigenschap hebben zich snel te vermenigvuldigen. Dat is vooral het geval bij bloedcellen (rode en witte bloedlichaampjes en bloedplaatjes), cellen die de wand van het spijsverteringskanaal bekleden en cellen die instaan voor de haargroei.

De voornaamste bijwerkingen van chemotherapie zijn :

  • Vermoeidheid (te wijten aan een daling van het aantal rode bloedlichaampjes, wat het ontstaan van bloedarmoede veroorzaakt).
  • Een grotere gevoeligheid voor infecties (te wijten aan een daling van het aantal witte bloedlichaampjes), wat het innemen van antibiotica kan noodzakelijk maken.
  • Een verhoogde kans op bloedingen en het ontstaan van bloeduitstortingen (te wijten aan een daling van het aantal bloedplaatjes).
  • Misselijkheid, braakneigingen, verlies van de eetlust (te wijten aan de aantasting van de cellen in het spijsverteringskanaal). Geneesmiddelen kunnen deze symptomen helpen verzachten.
  • Haaruitval. Door een gekoeld hoofddeksel te dragen, kan men dat proberen te vermijden.

 

Bron: Stichting tegen Kanker