Borstkanker: Risicofactoren

Sommige vrouwen hebben een hogere kans om borstkanker te krijgen.

In het merendeel van de gevallen bestaat er geen specifieke risicofactor. Toch hebben sommige vrouwen een hogere kans dan gemiddeld om borstkanker te krijgen.

De voornaamste risicofactoren zijn:

• de leeftijd: driekwart van de gevallen ontstaat vanaf de leeftijd van 50

• vijf tot tien percent van de borstkankers houden verband met een afwijking (mutatie) in het "BRCA" gen (Breast Cancer Antigen). Gespecialiseerde technieken kunnen deze overdraagbare mutatie in het licht stellen

• bijzondere hormonale omstandigheden

• geen kinderen hebben

• een eerste kind krijgen na de leeftijd van 30

• de eerste regels krijgen voor de leeftijd van 12

• een behandeling volgen op basis van vrouwelijke hormonen vanaf de menopauze (wat men "vervangende hormoontherapie" of “hormoonsubstitutietherapie” noemt) gedurende meer dan 10 jaar

• persoonlijke antecedenten van borstkanker of bepaalde borstaandoeningen, zoals de ziekte van Reclus (aandoening gekenmerkt door de aanwezigheid van meerdere cysten in beide borsten)

• een vroegtijdig (al kort na de aanvang van de puberteit) en langdurig gebruik van de pil zou de kans op borstkanker licht doen toenemen

Hormonale substitutietherapie en het risico op kanker
Het innemen van hormonen tijdens de menopauze veroorzaakt een verhoging van het risico op borstkanker, vooral als dat gedurende meer dan 5 jaar gebeurt. Elke vrouw dient dus individueel met haar arts de voordelen maar ook de mogelijke nadelen van een hormonale substitutietherapie (HST) te bespreken.

Vrouwen onder HST dienen absoluut de regelmatige opsporingsonderzoeken te laten uitvoeren (mammografie).

Hoe langer HST wordt toegepast, hoe hoger het risico van borstkanker.

 

Bron: Stichting tegen Kanker