Burenhinder: enkele praktijkgevallen

Juridisch advies

< Vorige	Archief	Volgende >

Het is schering en inslag: buren krijgen ruzie en dit soms over kleine dingen. Onze juridische dienst wordt dan ook constant gecontacteerd met vragen betreffende burenruzies en burenhinder. Heel wat rechters moeten zich in de praktijk uitspreken omtrent dergelijke betwistingen tussen buren. Zij moeten dan de vraag beantwoorden wanneer er sprake is van "burenhinder"?

Het is zo dat in concreto de leer van de burenhinder eigenlijk eenvoudig is, enkel de ontleding van de feiten geeft aanleiding tot problemen.

Ofwel begaat de buurman die een ander stoort een fout en dan is artikel 1382 van ons Burgerlijk Wetboek van toepassing. Dit artikel stelt dat elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden. Fout, schade en oorzakelijk verband moeten dan door het slachtoffer bewezen worden. Slaagt men daarin, dan zal hij integrale vergoeding bekomen.

Ofwel begaat de buurman geen fout maar verstoorde hij toch het voorheen bestaande evenwicht tussen de eigendommen. In dat geval zal hij op grond van artikel 544 van het Burgerlijk Wetboek (de evenwichtsleer) veroordeeld worden. Een toepassing van artikel 544 is echter alleen nodig indien er geen aansprakelijkheid op grond van fout kan weerhouden worden. Artikel 544 BW stelt dat eigendom het recht is om op de meest volstrekte wijze van een zaak het genot te hebben en daarover te beschikken, mits men er geen gebruik van maakt dat strijdig is met de wetten of met de verordeningen.

Het tijdelijk karakter van de hinder sluit niet uit dat er sprake kan zijn van hinder.

Om beroep te kunnen doen op de eigenlijke theorie van de burenhinder en de evenwichtsleer, wordt vereist dat door een niet foutief feit het evenwicht tussen de eigendommen (zoals dat voor de hinderverwekkende situatie gevestigd was en rekening houdend met de normale lasten verbonden aan het nabuurschap) wordt verbroken. De hinder moet dus de grenzen van het normale overschrijden en daardoor het evenwicht verbreken. Het al dan niet abnormaal karakter wordt soeverein beoordeeld door de feitenrechter. Daarbij spelen uiteraard de duur en de zwaarte van de hinder een rol, alsook de omvang van de schade.

Enkele beoordelingen uit de praktijk

- Besproeiing met herbiciden die achteraf met regenwater meegevoerd worden zodat bieten op het veld van een andere landbouwer worden vernietigd, vormt hinder, maar er is geen fout volgens de rechter;

- Het feit dat slaplanten beschadigd worden doordat een naburige eigenaar in een op 300 m gelegen bos netels en distels besproeid had zonder rekening te houden met de niet-voorzienbare, ongunstige invloed van de wind en mist, vormt evenmin een fout;

- Op het platteland behoren dieren en mest met de daarbij horende geuren en geluiden tot de normale ongemakken. De stedeling die zijn villa naast een bestaand landbouwbedrijf bouwt moet dat weten en dit soort hinder tolereren.

- De vrederechter oordeelde dat in een agrarisch gebied gedurende een korte periode van het jaar koeien laten grazen op een goed afgesloten weide naast een huis, geen burenhinder vormt;

- Opstapelen van veevoeder tegen de achtergevel van de woning van de buurman zodat vochtinfiltratie mogelijk wordt, vormt buitensporige hinder;

- Sterk verminderde lichtinval tengevolge van stedenbouwkundige toegelaten verbouwingswerken door een buur, vormt burenhinder;

- De vrederechter oordeelde dat een mazouttank welke op 1,2 m van het keukenvenster van de buur staat, overdreven hinderlijk is;

- Indien bij het wegruimen van een overgewaaide boom een tak wordt afgezaagd die in zijn val de elektriciteitsleidingen vernielt, mag de elektriciteitsmaatschappij zich beklagen over burenhinder;

- Een hoogstammige boom, op minder dan de wettelijke vereiste afstand geplant, en waarvan de takken over het naburige erf hangen, veroorzaakt buitenmatige hinder.

Wij wijzen er hier echter wel op dat al deze praktische gevallen op deze manier door de rechter werden beoordeeld, maar niet elke rechter gaat zich op dezelfde manier over een welbepaalde zaak uitspreken. Alles zal steeds afhangen van zijn soevereine beoordeling en uiteraard ook van de juiste feitelijke omstandigheden waarin de hinder zich voordoet.

Vrijdag 05 Oktober 2007