Onderhoud van grachten

Juridisch advies

< Vorige	Archief	Volgende >

Tussen mijn eigendom en deze van mijn buurman ligt een gracht waarvan we nooit met zekerheid hebben geweten of hij al dan niet gemeenschappelijk is. Vermits deze gracht in geen jaren nog werd onderhouden, sprak ik mijn buurman hierover aan. Hij wil echter niets weten van dit onderhoud ondanks het feit dat er de laatste tijd een serieuze stank ontstaat. Ik weet niet waarom hij weigert deze gracht te onderhouden, maar in ieder geval zou er toch iets moeten aan gedaan worden. Ik stel mij nu de vraag of ik hem kan verplichten om deze gracht mee te onderhouden? Indien hij blijft weigeren, kan ik dan alleen deze gracht reinigen?

Het belangrijkste punt in deze zaak is natuurlijk te weten of deze gracht effectief gemeenschappelijk is of niet. Indien blijkt dat deze gracht volledig aan u toebehoort dan is er geen probleem en kan u probleemloos instaan voor het onderhoud ervan zonder hiervoor de toestemming te moeten vragen aan uw buurman.

Vermits uit uw informatie blijkt dat niemand weet of deze gracht gemeenschappelijk is of niet en er hieromtrent ook geen documenten blijken te bestaan, moeten wij hier toch verwijzen naar artikel 666 van het Burgerlijk Wetboek.

Dit artikel zegt dat alle grachten tussen twee erven vermoed worden gemeen te zijn indien er titel noch teken is van het tegendeel.

Een teken dat een gracht niet gemeen is, is aanwezig wanneer de dijk of de opgeworpen aarde zich slechts aan één zijde van de gracht bevindt. De gracht wordt dan geacht uitsluitend toe te behoren aan diegene aan wiens kant zich de opgeworpen aarde bevindt.

Wij menen dus in uw geval dat het hier gaat om een gemeen­schappelijke gracht daar er geen documenten voorhanden zijn waaruit het tegendeel zou kunnen bewezen worden. Bovendien wordt een muur, gracht of haag die op de scheidingslijn staat en in mede-eigendom toebehoort tot twee aangrenzende eige­naars, als gemeenschappelijk beschouwd.

Volgens de wet op de mede-eigendom draagt iedere mede-eigenaar bij in de nuttige uitgaven tot behoud en tot onderhoud van de gemeenschappelijke zaak, alsook in de kosten van be­heer, belastingen en andere lasten betreffende de gemeenschap­pelijk zaak.

In uw geval kan men dus stellen dat elkéén de mogelijkheid heeft om de gracht van zijn kant te onderhouden. Ontstaat er schade door de schuld van één van de mede-eigenaars, dan moet hij opdraaien voor de kosten.

Blijven er zicht tussen jullie problemen voordoen, dan kan je je buurman steeds oproepen voor een poging tot minnelijke schikking bij de plaatselijke vrederechter.

Vrijdag 20 Juni 2008