Stedenbouwkundige vergunning nodig voor je tuinafsluiting?

Juridisch advies

< Vorige	Archief	Volgende >

De laatste jaren is er in Vlaanderen al heel wat te doen geweest betreffende het al dan niet aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning voor het plaatsen van een afsluiting. Iedereen weet allicht dat indien men een bouwovertreding begaat, er sancties volgen en deze soms zwaar op de maag kunnen liggen! Het is daarom ook nuttig om, vooraleer je tot het plaatsen van een afsluiting overgaat, even na te gaan of je toch niet over een stedenbouwkundige vergunning moet beschikken.

Vrijstelling van stedenbouwkundige vergunning

De Vlaamse Regering heeft enige tijd geleden enkele veranderingen tot stand gebracht op het gebied van werkzaamheden waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer vereist is. Deze nieuwe bepalingen zijn van kracht sinds 10 november 2006. Volgens de bepalingen van deze nieuwe reglementering is een stedenbouwkundige vergunning niet nodig voor de volgende werken, handelingen en wijzigingen, die uitgevoerd mogen worden voor zover ze niet strijdig zijn met de voorschriften van stedenbouwkundige verordeningen, bouwverordeningen, verkavelingsverordeningen, enz....:

· afsluitingen die bestaan uit palen met prikkeldraad of schrikdraad;

· afsluitingen met een maximumhoogte van twee meter, die bestaan uit palen en draad of draadgaas, uit één betonplaat met een maximale hoogte van 40 cm en draad of draadgaas, opgericht ter afsluiting van een goed. Op dergelijke afsluitingen mogen in de onmiddellijke omgeving van een vergund woongebouw constructies worden aangebracht ter bescherming van de privacy, zoals zeildoek, gevlochten kunststofstrips of rieten matten;

· voortuinmuurtjes in metselwerk of andere voortuinafsluitingen met een maximale hoogte van 50 cm;

· poorten, geplaatst tussen twee kolommen met een maximale hoogte van 2,50 m;

· houten panelen met een maximale hoogte van twee meter, met een maximale lengte van tien meter per zijdelingse en achterste perceelsgrens, opgericht ter afsluiting van een goed en in de onmiddellijke omgeving van een vergund woongebouw. Die panelen worden niet ter hoogte van de voortuin geplaatst.

De vrijstellingen vermeldt onder de 4 laatste punten gelden echter niet in ruimtelijk kwetsbare gebieden, noch in een beschermd of voorlopig beschermd landschap, noch in een oeverzone, noch in de vijf meter brede strook (te rekenen vanaf de bovenste rand) van het talud van ingedeelde onbevaarbare en bevaarbare waterlopen. Bovendien gelden de vrijstellingen onder deze 4 laatste punten enkel voor de afsluiting van bestaande, gevormde huiskavels.

Met "onmiddellijke omgeving" wordt bedoeld de ruimte gelegen binnen een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van het woongebouw.

Met ruimtelijke kwetsbare gebieden worden bijvoorbeeld bedoeld: de groengebieden, natuurgebieden, natuurgebieden met wetenschappelijke waarde, natuurreservaten, natuurontwikkelingsgebieden, parkgebieden, bosgebieden, valleigebieden, brongebieden, agrarische gebieden met ecologische waarde of belang, grote eenheden natuur, enz...

Ons advies

Vooraleer je begint met het plaatsen van een afsluiting langsheen je eigendom, doe je er steeds goed aan even contact op te nemen met de technische dienst van uw gemeentebestuur. Zij zullen je de nodige reglementeringen mededelen welke op hun grondgebied van toepassing zijn betreffende het al dan niet moeten aanvragen van een stedenbouwkundige vergunning voor uw afsluiting. De mogelijkheid bestaat namelijk dat de gemeente specifieke regels heeft omtrent het plaatsen van afsluitingen.

Vrijdag 08 Augustus 2008