Kleurspoelingen

Andere risicofactoren: Kleurspoelingen

Sinds de jaren tachtig komt de vraag of haarkleuring kanker kan veroorzaken regelmatig op de voorgrond. Op deze pagina willen we een stand van zaken opmaken. In deze context maken we een onderscheid tussen twee situaties:

De verschillende soorten gebruikte kleurstoffen
Haarkleurmiddelen worden geklasseerd volgens de duur van het effect en hun samenstelling.
  • Blijvend effect:
    Dit zijn de vaakst gebruikte kleurstoffen in Europa en de Verenigde Staten. Ze staan bekend als "oxideerproducten" en worden al sinds de jaren veertig gebruikt. Ze bestaan in verschillende vormen (vloeistof, gel of poeder, in wateroplossingen of alcoholoplossingen) en bevatten stoffen die reageren op zuurstofperoxyde.

  • Semi-blijvend effect:
    Deze producten waren in zwang in het Europa van de jaren vijftig en de Verenigde Staten van de jaren 1960. Ze bevatten geen oxiderende stoffen en konden de natuurlijke haarkleur dan ook niet verbleken. Na gebruik verdween de kleur na 6 of 7 wasbeurten. Enkel het oppervlak van de haren slorpte de kleur op.

  • Kleurstoffen van korte duur:
    Kappers gebruiken ze weinig omdat ze verdwijnen na een shampoobeurt. Gemaakt op basis van zuur of basische kleurstoffen die oplosbaar zijn in water. Ze zetten zich af op het haar zonder erin door te dringen.

Persoonlijk gebruik

Volgens een studie in het 'American Journal of Epidemiology' (januari 2004) zouden onderzoekers bewijzen hebben gevonden dat er een verband bestaat tussen het langdurig gebruik van haarkleurstoffen en het niet-Hodgkin lymfoom.

Dat lymfoom is een vorm van kanker die het lymfesysteem of de lymfeklieren aantast. Die spelen een rol in het afweersysteem van het lichaam. Het niet-Hodgkin lymfoom komt overal ter wereld steeds vaker voor, maar de oorsprong en de risicofactoren van deze groei zijn nog onbekend.

Het hierboven vermelde onderzoek onderzocht meer dan 1 300 vrouwen in Connecticut en toont aan dat vrouwen die hun haar begonnen te kleuren voor 1980 maar liefst 40 % meer kans hadden om een niet-Hodgkin lymfoom te krijgen. Vrouwen die een permanente kleurspoeling gebruikten van een donkere kleur (acht keer per jaar of meer) gedurende minstens 25 jaar zagen dat risico zelfs verdubbeld. Het risico lijkt wel niet te stijgen bij vrouwen die geen permanente kleurspoeling van een lichte kleur gebruikten. De experts die het onderzoek uitvoerden, stellen dat de permanente kleurspoelingen tot het eind van de jaren zeventig met een oxiderende stof waren vermengd. Door dat mengen vormden zich nieuwe chemische producten waarvan sommige kankerverwekkend zijn. De onderzoekers hebben geen verhoogd risico vastgesteld bij vrouwen die na 1980 hun haren begonnen te verven, ongeacht de frequentie of de gebruikte kleur.

We mogen wel niet vergeten dat dit epidemiologisch onderzoek nogal gecontesteerd is binnen de wetenschappelijke wereld. Onderzoeken uitgevoerd tijdens de voorbije vijf jaar hebben inderdaad tot tegenstrijdige resultaten geleid.

    Andere vormen van kanker
    Andere onderzoekers hebben onderzoek verricht naar de impact van haarkleuring op het risico op andere kankers.

    • Blaaskanker
      Twee grote epidemiologische onderzoeken uitgevoerd door de American Cancer Society bij 570 000 vrouwen en een onderzoek van de universiteit van Harvard bij 120 000 verpleegsters toonde geen verhoogd risico op blaaskanker aan na gebruik van haarkleurstoffen.

      Toch lijkt een onderzoek uitgevoerd in Los Angeles (gepubliceerd in 2001) erop te wijzen dat het regelmatige gebruik van blijvende kleurspoelingen het risico op blaaskanker zou verdubbelen bij maandelijks gebruik gedurende meer dan 15 jaar.

    • Multipel myeloom
      Een onderzoek uitgevoerd door de American Cancer Society bestudeerde ook het risico op multipel myeloom. De onderzoekers toonden een licht verhoogd risico aan bij gebruik van donkere kleurstoffen gedurende meer dan 10 jaar. In hun conclusies benadrukten ze evenwel het feit dat dit onderzoek maar bij een beperkt aantal gevallen werd uitgevoerd en dat een eventueel risico heel miniem was.

    • Borstkanker
      Onderzoekers van de school voor volksgezondheid van Yale hebben ook het risico op borstkanker en het verband met haarkleurmiddelen onderzocht. Ze ondervroegen daarvoor 1 200 vrouwen tussen 30 en 80 in twee gebieden in Connecticut. De helft van deze vrouwen had borstkanker, de andere helft had de aandoening niet. Na analyse van de verkregen resultaten besloten de experts dat er geen enkel verband bestond tussen het gebruik van haarkleurmiddelen en het risico op borstkanker. Ze stelden geen verschil vast tussen blijvende, semi-blijvende en tijdelijke haarkleurmiddelen, noch met de intensiteit van de kleur (zilver, blond, ros, bruin of zwart).

    • Conclusies
      Het is moeilijk om een eenduidig antwoord te geven op de vraag of er al dan niet een risico op kanker bestaat na een langdurig gebruik van haarkleurmiddelen.
      De Food and Drug Administration (een gerenommeerde Amerikaanse instelling) schat dat het risico helemaal niet is aangetoond. Hun experts stellen dat de producten die momenteel op de markt zijn, streng gecontroleerd zijn en dat de onafhankelijke onderzoeken geen enkel verschil qua percentage kankers aantonen bij mensen die haarkleurmiddelen gebruikten en mensen die er geen gebruikten.

      Het IARC (International Agency for Research on Cancer) steunt deze conclusie. Zij zijn van mening dat huishoudelijk gebruik van haarkleurmiddelen niet beschouwd kan worden als kankerverwekkend voor de mens (groep 3).

Beroepsmatig gebruik

In de Verenigde Staten en Europa zijn naar schatting 2 miljoen personen beroepsmatig actief in het kappersvak, waaronder 80 tot 85% vrouwen. Aangezien de beoefenaars van deze beroepen regelmatig worden blootgesteld aan diverse eventueel toxische stoffen, werden talrijke studies uitgevoerd om de hypothese van een verhoogd risico voor de ontwikkeling van bepaalde kankers bij kappers te testen.
De aandoening die veruit het meest werd onderzocht in deze context, is blaaskanker. De reden hiervoor is het gebruik van kleurstoffen die al een rol speelden in de ontwikkeling van deze kanker bij werknemers uit de sector van de kleurstoffen en pigmenten aan het einde van de jaren '70.

Sinds het begin van de jaren 80 is de samenstelling van de kleurmiddelen die worden gebruikt door kappers ingrijpend veranderd.

Het IARC onderzocht de belangrijkste verbindingen van meer dan 5 000 in het kappersvak gebruikte producten en besloot in 1993 dat herhaalde blootstelling in het kader van het kappersvak waarschijnlijk kankerverwekkend is voor de mens.

De meeste van die studies toonden een sterk verhoogd risico van blaaskanker aan bij kappers van het mannelijke geslacht. Noteer dat tabak alleen, die eveneens een rol speelt bij blaaskanker, die opvallende toename niet kan verklaren (aangezien parallel geen stijging van het aantal luchtpijpkankers wordt vastgesteld). Dit risico zou verband houden met vroegere blootstelling, meer in het bijzonder aan brillantines op basis van aromatische amines (en meer bepaald paradimethylaminobenzeen). Het risico is niet significant voor vrouwelijke kappers.

Voor andere types van kanker (longen, eierstokken, lymfomen) zijn onvoldoende gegevens beschikbaar of zijn de resultaten van verschillende studies onsamenhangend, zodat geen conclusies kunnen worden getrokken.

Samengevat
Bepaalde producten zijn vandaag verboden, maar er komen ook nieuwe verbindingen op de markt. Zij moeten op kankerverwekkende eigenschappen worden onderzocht, en de conclusies van die studies moeten worden bekendgemaakt aan de gebruikers, ook voor persoonlijk gebruik van kappersproducten.
Ten slotte moeten de mensen uit het kappersvak bewust gemaakt worden van de noodzaak om de voorschriften voor het gebruik van deze producten na te leven en van de eventuele beschermingsmaatregelen.

 

Bron: Stichting tegen Kanker